woensdag 31 augustus 2011

On the rails

Kijk, toen ik dienstweigeraar was, was ik aardig, prettig in de omgang, vredelievend. Gebroken geweertjes, ban de bom, hollanditis. Verlate hippie, bloemenkind in een vaas zonder water. Ik heb dat nog lang volgehouden, mijn agressie diep weggestopt, mij in het geniep uitgeleefd op dode takken, stukken steen, betonblokken. Zodat de medemens gevrijwaard bleef van mijn uitspattingen. Maar sinds ik veel treinreis kookt mijn woede regelmatig over. Vandaag nog, de trein was tjokvol, geen plek te bekennen. Of toch, ja toch, links een stoel slechts belegen door een stoffige jas en dito tas. Daarnaast een vent die doodleuk zat te telefoneren en dat volle gangpad negeerde. 'Mag ik hier zitten?' zei ik bescheiden. Zei die man: 'I don't give a shit.' Niet zozeer tegen mij, meer in de telefoon. Maar het was al te laat. Ik voelde mijn bloed borrelen en niet lang daarna koken. Dus ik trek die flaprol overeind aan zijn kraag, schuif het raampje open, duw met al mijn vermogen dat horkerige lijf erdoor, jas erachteraan en tas erachteraan. En toen ben ik gaan zitten. Nodigde een leuke jonge.dame naast me. Had die sukkel die ik door het raampje had afgevoerd z'n telefoon laten liggen. 'Hello Jim, are you there,' hoorde ik roepen. Ik schraapte m'n keel, opende de afdeling Engels in mijn hersenpan, schreeuwde 'No, Jim is on the rails' en wierp het apparaat door de coupé. Het luchtte zo op! De vrouw naast me heette Becky, Een beetje gekke naam, maar het klopte wel: ze had een lekker bekkie. Ze werkte bij een tuincentrum in Heemstede.