woensdag 25 januari 2012

Man op roltrap

De man met de bruine hoed en groene regenjas had haast: hij rende in de richting van het station. Misschien viel er een trein te halen. Zijn keurige bruin leren schoenen ontweken behendig de plassen en het vuil dat stationspleinen ontsiert. Zijn koffer zwaaide mee op de cadans van zijn rennen. Niemand legde hem een strobreed in de weg. Hij kon lekker vaart maken. Een onvoorwaardelijke sprint trekken. Een jaloersmakende spurt spurten. Tot de roltrap. Die niet werkte. Wat de man niet had voorzien. En hem in 1 seconde degradeerde van volbloed renpaard tot kreupele knol.
Een roltrap ligt niet lekker. Dat zag ik aan zijn gezicht toen hij overeind kwam, zijn haar door de war, zijn bril scheef. Die trein kon ie wel vergeten. Nou ja, er ging altijd wel een volgende trein.

In en uit

Ik doe niet zuur over de NS. Poog mij daarmee te onderscheiden van de rest van Nederland. Maar de mededeling van de conducteur vanmorgen in de trein naar A'dam C sloeg echt helemaal nergens op. De trein had 5 minuten vertraging, het was me niet eens opgevallen, zo spannend was mijn boek. Dat kwam, zo liet de NS'er weten, omdat er zoveel mensen in en uit moesten stappen. Excuses daarvoor.
Ook ooit gehoord als NS-smoes: we zijn te laat, omdat
Er een koe op de rails stond tussen R'dam en Den Haag HS;
De machinist nog even de Metro uit wilde lezen;
Er per se iemand met een rolstoel in wilde stappen;
De conducteur zich verslapen had;
Het fluitje van de conducteur zoek was;
De machinist uitgerangeerd was;
Het rode sein maar niet groen wilde worden;
De machinist niet spoorde.

dinsdag 24 januari 2012

23 dingetjes

Sjaak belde, de fijne beunhaas uit Zoetermeer.
'Peet, hij doet het weer.'
'O.'
'Ja, helemaal.'
'Nog iets aan 't handje?'
'Om precies te zijn, 22, nee, 23 dingen. Dingetjes.'
'Dingetjes?'
'Ja, je weet wel, kleine dingetjes.'
'Zoals?'
'Bougietjes, rubbertjes, slangetjes.'
'Rubbertjes?'
'Voor de ruitenwissers. O, en je velgen, dat moet ik nog even melden.'
'Velgen, Sjaak?'
'Ja, roest op de velgen. Woon je dicht bij zee of zo?'
'Wat heet dicht.'
'Opmerkelijk veel oxidatie. Ik meld het maar. Misschien kun je er iets mee.'
'Mmm. Oké, maar in totaal wel 23 dingen? Toch aardig wat.'
't Is maar hoe je het bekijkt, Peet. Laatst had ik een grote beurt met wel 37 dingen.'
'Zo. Maar toch ook een priemgetal.'
'O. Ja, jij kan het weten. Je deed toch iets met rekenen?'
'Lezen. Lees jij wel eens?'
'Nee, laat mij maar sleutelen.'
'Goed hoor, ieder zijn ding. Hoeveel ben ik je schuldig?'
'Dat is dan €230.'
'Gemiddeld dus €10 per ding?'
'Klopt. Nee, wacht, vergissinkje in uw nadeel, €320 bedoel ik. Soms speelt die dyscalculie weer op.'
We hingen op. Ik moest naar Zoetermeer. Onderweg even pinnen. Een beunhaas wil handje-contantje.





vrijdag 20 januari 2012

23

Ik moet 23 dingen doen. Dat lijkt heel wat, maar het komt goed. Hoe vaak heb ik niet verzucht dat ik nog 100 dingen moest doen? Of 1000? Of 50 dingen tegelijkertijd? Of dingen waaraan geen einde leek te komen?
'Kom je nou?' riep iemand dan ongeduldig.
'Ja,zo,' antwoordde ik, 'nog even 1 ding doen.'
'Wat dan?'
'Nog even de buitenboel schilderen.'
'Nog even een boek schrijven.'
'Nog even iets ophalen.'
'Waar dan?'
'In Zoetermeer.'
'Met de auto?'
'Nee, het is de auto.'
23 dingen, kom op zeg. Klusje van niks.