donderdag 21 november 2013

Strafblad

Sinds vanmorgen heb ik een strafblad. Het was bij Albert H, het rode zwaailicht bij de zelfscankassa sprong aan toen ik mijn bonuspas bekend maakte. Uit de luidsprekers klonk dreigend dat er een medewerker onderweg was. Dat kon even gaan duren, het politiebureau was zeker tien minuten rijden, met sirene misschien vijf. 
Een blozend AH-meisje van nauwelijks twintig nam de zaken waar. Of ik even mee wilde komen. Ze wees mij resoluut de weg. Ik kwam in aanmerking voor algehele visitatie. De vorige keer dat ik boodschappen had gedaan was er namelijk iets misgegaan. Ik herinnerde me dat gênante moment. Ik was vergeten twee speltbroden te scannen. Herstel, twee stevige broden, dat was nu juist het punt. Ik vroeg de brodenman namelijk of hij nog speltbroden had. Die had hij niet en in het verwarrende keuzemoment dat volgde, legde ik toen maar twee stevige broden in de kar. Zonder die te scannen. Het lijkt me iets wat de beste kan overkomen.
'Trekt u alles maar uit,' zei het meisje. Dat leek mij wat ver gaan, maar ik had weinig ervaring met dit soort situaties. Aarzelend deed ik mijn sjaal af en mijn jas los. Ik had behoefte aan koelte. 'Alles?' vroeg ik voor de zekerheid. 'Ja,' zei ze, 'ik ga alles scannen. Als u even meehelpt gaat het sneller.' Ik haalde opgelucht adem en ontspande. 
'Jullie weten wel veel van de klant, hè?' probeerde ik de situatie te normaliseren. 'Een beetje Big Brother is het wel.' Het meisje scande lustig door. Ze keek op haar apparaatje en knikte. 'Ja, heel handig, hoor. Zo weten we dat u gek bent op hagelslag en sinds kort regelmatig havermout eet. En af en toe broden probeert te jatten.' 
Ik voelde me verslagen. Met tranen in de ogen hoorde ik hoe boodschappiep na boodschappiep de rest van mijn leven tekenden. Een strafblad bij AH, ik, wie had dat ooit kunnen denken.
'En nu nooit meer doen, hè.' Ze was uitgescand. Ze klonk streng, dat was haar rol. Maar in de manier waarop ze mijn wang aantikte, zat compassie.


woensdag 13 november 2013

Cappuccino

Sinds ik in Schotland was, rijd ik rond met een ontregelde autoradio. Wat doe je in zo'n buitenland: je draait wat aan knoppen op zoek naar een prettige zender. Die je vervolgens niet vindt, zodat je dan maar een cd'tje draait. Eenmaal terug op eigen bodem kan ik geen radiozender meer te vinden. Ik krijg het niet meer op orde. De gebruiksaanwijzing is pleite en ik heb natuurlijk niet de meest geavanceerde autoradio. Dat zou misstaan in mijn simpele bolide.
Een ontregelde autoradio is een luxeprobleem. Ik rijd weinig auto, dus zoveel luister ik niet. Bovendien erger ik me negen van de tien keer aan het gewauwel en de platenkeuze van de presentator. "I get tired of dj's, why is it always what he plays" zong Joe Jackson al en zo is het. 
Toch zijn er uitzonderingen. Op zaterdagochtend wil ik in de auto naar radio 2 luisteren. Naar Cappuccino, een collageachtig programma met vragenstellers, gasten en muziek gepresenteerd door Jurgen van den Berg, een prettige radiostem. De interviews en muziek zijn aangenaam, maar hoogtepunt vormen toch de mensen die moeite doen om de studio te bellen met een vraag. Geen brandende kwesties over het algemeen, meestal huis-tuin-en-keuken-vragen die eventueel ook gegoogled hadden kunnen worden.
Zo vroeg een beller zich af wat nu het begin van de week is. Is dat maandag, als de werkweek begint, of is dat zondag, de dag des Heren? Daar reageren dan andere luisteraars op. Zondag valt af, want in het scheppingsverhaal is dat de dag waarop God uitrustte na al dat scheppen en zag dat het goed was. Het moet dus maandag zijn. Nee, weet een ander, in haar geval is dinsdag de eerste dag van de week, want op maandag werkt zij nooit.
Een ander onderwerp ging over telefoneren in de trein. Waarom de NS dat niet verbood. Een populair onderwerp gezien het aantal bellers. Van den Berg vroeg de NS om opheldering. Kies voor de stiltecoupé, antwoordde de woordvoerder. Hetgeen de telefoon weer rood deed gloeien. Welke stiltecoupé? riep iemand verontwaardigd. Een belruimte, analoog aan een rookruimte, suggereerde een ander.
Rijdend door regenachtig Schotland schoot mij een Cappuccino-vraag te binnen van enkele weken daarvoor. Een man was net als ik met de zijnen in Schotland geweest. Zij hadden zich verbaasd over de hoeveelheden water die onafgebroken door de Schotse rivieren stroomden. Zo gek! Of het uit de bergen kwam kon je niet zien, want die zaten voortdurend in de wolken...
Ter compensatie van zoveel onbenul heb ik een degelijke vraag: hoe kan ik mijn autoradio weer finetunen om Cappuccino te beluisteren? Radio Veronica heb ik alweer gevonden, maar wie wil daar naar luisteren?: Dan liever een cd. Van Joe Jackson of zo.


woensdag 6 november 2013

Behind bars

Mijn missie reikt ver, ik heb er veel voor over. Vandaag moest ik ervoor de gevangenis in. Even anderhalf uur zitten. Niets mis mee. Geen straf. Beetje praten met medeopgeslotenen. Praten over boeken. Steggelen over lezen. Ik draaide er graag de bak voor in. Nee, dat is geen stoere praat. Behind bars kijk je toch anders tegen het leven aan. Een beetje perspectiefwisseling heeft nog nooit iemand kwaad  gedaan. Alleen de weg ernaartoe, het pad van de misdaad zogezegd, ja dat viel niet mee. De weg van 020 naar 010. Daar word je vanzelf moordlustig van. Zeker als er vrachtwagens kantelen. En de weg terug, de weg van rehabilitatie door treurig landschap van industrieel verval, novemberse regen en doordenderend vrachtverkeer. Geen reclasseringsambtenaar gezien. Ik stond er helemaal alleen voor. En wat valt dat gevoel weer vrij te zijn tegen...

maandag 4 november 2013

De stem van de NS

Toegegeven, hij deed erg zijn best. Het viel ook niet mee, optreden in haar plaats. Strikt genomen was er niet veel aan de hand. Elke wijziging op het spoor nam hij met ons door. Maar hij miste haar bezieling, haar passie, haar zoetgevooisde geluid. Zijn stem klonk rasperig en onuitgeslapen. Misschien dat het beter werd in de loop van de dag. Zo kregen reizigers in de richting Den Haag Centraal te horen dat 'de Sprinter van 5 voor half 8' was uitgevallen door een 'kapotte trein'. Dat zou zij nooit zo gezegd hebben. In mijn gedachten hoorde ik haar stem door de stationshal schallen: 'Dames en heren' (alleen zo'n begin al) 'de Sprinter naar Den Haag Centraal van 7 uur 25' (keurig digitaal) 'rijdt niet vanwege een defect'. Klare taal, eenduidig in betekenis, helder van klankvorm.
Het was niet te voorkomen, er kwamen, ondanks het vroege uur, klachten. Tientallen mensen omcirkelden de informatiebalie. NS'ers met rode hoofden gaven tekst en uitleg. 'Ze is ziek,' hoorde ik zeggen. 'Het kan wel een paar dagen duren.' Er waren veel teleurgestelde gezichten toen het bericht goed doordrong. Mensen sloegen geschrokken handen voor open monden. Anderen doken verslagen nog dieper in hun winterjas en lieten gelaten de mededelingen van de vervanger over zich heen gaan. Hij deed zijn best, echt waar, maar het niveau was ronduit knullig. 'Mensen, als u naar Amsterdam Centraal wilt, moet u nog even wachten. Mannen van de NS proberen een scheve bovenleiding recht te leggen.' Of 'Reizigers op weg naar Utrecht raad ik aan nog even koffie te halen, want het wordt iets later. Thee kan ook.' 
Was zij maar hier met haar NS-stem. Dan had je niet eens gemerkt dat het regende en koud was.