vrijdag 22 september 2017

Woordenschat

'Prudent,' zei iemand vanmiddag. In welk verband ben ik allang vergeten, te gefixeerd als ik was op het woord zelf.
Prudent. Ik mompelde het even half hardop voor mezelf. Wat raar was, want ik zat in een zaaltje met honderd mensen. De mevrouw naast me, die met die bril ja, zag ik, nee, voelde ik naar mij kijken. Beginnende dementie, dacht ze.
Prudent. Het was de directeur voortgezet onderwijs van het ministerie. Ze zei het alsof ze het dagelijks zei. Of meerdere malen op een dag. Prudent ja, zó prudent, heul prudent, ik zeg: prudent.
Prodent ken ik. Dat staat bij mij thuis op de wastafel. Hoewel ik Sensodyne repair en protect prefereer. Prodent, wie kent het niet? Niet dat ik het vaak zeg, maar vaker dan prudent. Dat zeg ik namelijk nooit.
Prudent. Het ging hier niet om een nieuw tandpastamerk, zoveel was duidelijk. Althans, waarom zou zo'n hooggeplaatste ambtenaar het over tandpasta hebben? Tijdens een bijeenkomst over PISA, en dan niet die stad van de toren. 
Schokkend voor mijn ego: ik zag verder niemand verrast opkijken, nadat de directeur van het ministerie het woord had genoemd. Prudent. Ik was de enige die het niet wist. Natuurlijk zaten er smartphoneverslaafden in de zaal die het stiekem opzochten. Maar die zouden niet laten blijken dat ze het niet kenden. Die zouden het in de theepauze zelf inzetten, quasi nonchalant, alsof ze het al jaren tot hun woordenschat rekenden. Prudent zou niet van de lucht zijn.
Prudent:
1) Bedachtzaam 2) Goed nadenkend 3) Verstandig 4) Vol inzicht 5) Voorzichtig 6) Wijs inzicht met...
Ja ja. 
En dat voor de vrijdagmiddag.
Volgende keer in deze rubriek: opportuun. Gezegd door de barman van Café Ome Joop, terwijl hij voor mij een biertje tapte.

En dan nu The Beatles met Dear Prudence



dinsdag 19 september 2017

Wat ga je vandaag doen?

Ik had er nooit zo bij stilgestaan, maar je kunt je dag flink ontregelen door met een fout ontbijt te starten. Meestal doe ik maar wat. Een ontbijt doordeweeks is toch een beetje van rats rats rats dingen naar binnen stouwen, zodat je de uren erna voldoende brandstof hebt om je taken te volbrengen. Red je het niet tot de lunch, dan is er altijd nog de escape van de koektrommel. Ik ken wel mensen die zelfs van hun morgenmaal al een uitgebalanceerde en verantwoorde happening maken - havermout, zemelen, vruchten, noten, sojamelk - maar dat soort lieden roepen toch de nodige scepsis over zich af. Die doen slechts mee aan ontbijthypes die over enkele maanden weer compleet achterhaald zijn. De veronderstelde gezondheidswinst wordt compleet opgeheven door dat hijgerige en stressvolle trendjevolgen.
Dat dacht ik altijd. Tot ik enige tijd geleden neerstreek bij een hotelvestiging van Hampshire. Een overnachting met een ontbijtbuffet waarvan je schier oneindig door mocht blijven eten. Niet dat ik dat deed natuurlijk, want ik ken mijn grenzen. Maar het ontbijtbord waarmee ik uiteindelijk bij mijn tafeltje arriveerde, was toch iets royaler ingericht met etenswaren dan normaal. 
Op tafel prijkte een placemat die mij als argeloos ontbijter een prangende vraag voorlegde: "Wat gaat u doen vandaag?" Daaronder stonden vijf opties die voelden als een verplicht keuzemenu. Zou ik erop uitgaan, gaan shoppen, gaan denken, actief worden of zou ik helemaal niets gaan doen? Na iedere mogelijkheid volgde een lijst van bijpassende ingrediënten. Bij denken bijvoorbeeld luidde de suggestie "volkoren boterhammen, margarine, oude of belegen kaas, gerookte vis, gekookt eitje, glas melk, kopje koffie". En bij shoppen "ontbijtgranen of noten met yoghurt, volkoren boterham met gerookte vis, gekookt eitje, fruitsalade, groene thee".
Nu was ik daar voor een weekend uitblazen, dus "helemaal niets" leek mij vooralsnog het meest bij mijn situatie passen. Helemaal zeker daarover was ik niet, want ik had een fiets gehuurd voor de broodnodige "actie" (rijk gevulde bio-muesli en dikke plak bruin brood!) en aangezien ik met mijn vrouw op pad was, kon een dag zomaar ontaarden in "shoppen". 
Ik liet mijn blik kritisch over mijn bord gaan. Enerzijds was dit typisch een denkontbijt. Maar mijn voorkeur voor zoet beleg sloot weer naadloos aan op een dagje helemaal niets. Ik had zowel koffie als vruchtensap als een banaan en cornflakes. Van de eieren ben ik niet zo, dus had ik gekozen voor een lokale lekkernij, een soort krentenbrood.
Nadat ik me had volgegeten en daarvan op mijn kamer een uurtje bij moest komen werd ik al direct geconfronteerd met mijn onuitgebalanceerde ontbijt. Ik wilde niets doen, maar dacht voortdurend na met een sterke neiging tot actie. Toen we eindelijk wegfietsten bij het hotel, reden we linea recta de shopzône in van het dorp waar we logeerden. Er was iets flink mis. Het rommelde niet alleen in maag en darmen, er was ook chaos in mijn hoofd. "Eropuit!" riep mijn rechterhersenhelft. "Denk na!" schreeuwde de linker.
Sindsdien (w)eet ik beter. Ik ontbijt alleen nog maar volgens voorschrift. Dankzij Hampshire Hotels.