woensdag 15 augustus 2007

Buren (2)

De buitendouche van de buren staat er desolaat bij. Het weer is er niet naar om eronder te gaan staan. Dicky heeft nog geen behoorlijke kans gehad om op strand te zitten. Althans het plaatselijke strand, want momenteel zijn Dicky en Zeeg in Spanje. Een last-minute naar Benidorm. Het klinkt als een jaren tachting bestemming. Costa Brava, Costa del Sol, Benidorm.
Daar ga je naartoe als je echt niets anders kunt bedenken. Misschien kom je Frits Bom tegen, alias de vakantieman, die je een kaart van Europa voorhoudt en je met de nodige ironie opdraagt Benidorm eens aan te wijzen. En dat je dan aarzelend je vinger richting IJsland of Oostenrijk brengt. Lachen! Het zou Dicky zomaar kunnen overkomen, maar ze zou er niet mee zitten.
Toen Zeeg op zee was-hij vaart- verzamelde zij een stapel brochures van een halve meter hoog bij het plaatselijke reisbureau die ze allemaal van kaft tot kaft doornam. In het weekend legde ze haar voorlopige conclusies voor aan haar onwetende echtgenoot.
-Zeeg, ik heb wat van die boekjes gehaald.
-Boekjes? Wat voor boekjes?
-Reisboekjes. Gaan we als jij vrij bent in augustus lekker weg. Lekker op vakantie.
-Weg? Ik hoef niet weg. Ik ben altijd weg.
-Zeeg, een weekje weg, een weekje naar de zon, dat is heerlijk.
-Mens, het is hier toch ook heerlijk. Alles bij de hand. Lekker tuintje, strand, buitendouche.
-Er even tussenuit is weer 'ns wat anders.
-Waar wou je dan heen?
-Nou, hoe heet dat eiland met die parkieten?
-Parkieten? Ik ken g... O, kanaries, je bedoelt de Canarische eilanden?
-Ja, staat hier ergens in dit boek. Acht dagen all inclusief, 850 euro p.p.
-En wat heb jedan?
-Nou, all inclusief. Alles gratis, dus.
-Een beetje bakken bij het zwembad, beetje zwemmen, beetje bieren.
-Ja, lekker lui niks doen.
-Acht dagen lang niks doen. Voor 1700 euro. Da's een hoop geld. Als je thuis blijft ...
-Zeeg, ik wil op vakantie. Naar de zon.
-1700 euro, Dick, alsof je een emmer leeggooit.
-Wat kan jou die rotcenten nou schelen. We hebben het toch?
-Is er niks goedkopers? Dichterbij?
En zo werd het Benidorm. Zelfde vakantie, veel minder geld. Zeeg tevreden, Dicky tevreden.
Ik kreeg vandaag een kaartje met de tekst "HG Dicky en Zeeg" met daaronder een zonnetje met 40 erin. Op de voorkant een plaatje van twee gebruinde, kogelronde damesbillen met daarboven in gele hoofdletters "HOT HOT HOT BENIDORM".
Zeegs humor.
Wat zal hij zich vervelen.

donderdag 9 augustus 2007

De brugklascoördinator

En het geschiede in die dagen, midden jaren zeventig, dat er een nieuwe brugklascoördinator was aangesteld met de naam Van Kuilenburg. In het leerinstituut aan de Frederikdreef, enigszins fantasieloos Christelijke Scholengemeenschap voor Atheneum en Havo genaamd, in het dorp beter bekend als de Hèvô, stond de man te boek als gerenommeerd docent Nederlandse taal- en letterkunde.
Klas 1c kende hem echter niet in die hoedanigheid, sterker, zij zagen de dertiger met het baardje en de vorsende blik voor het eerst. En waren onder de indruk toen hij halverwege het vierde lesuur het talenpracticum in de E-gang betrad. Wie was die man voor wie de docent Engels zonder morren de les afbrak en met de ogen naar de grond gericht het lokaal verliet? Wie was hij die zulk een onheilspellende spanning met zich meevoerde dat onderlippen spontaan begonnen te trillen en hier en daar onderdrukt werd gekreund?
Hij had plaatsgenomen op het podium achter het lokaalbrede bureau, keek priemend de klas in en zei: ‘Ik ben de brugklascoördinator’. Niet zozeer de inhoud als wel de vorm, in bijzonder de klankvorm, brachten een schok teweeg. Wie had ooit iemand zo netjes horen spreken! Niemand! Ja, kinderen uit Wassenaar wellicht, maar die zaten er niet in 1c. Zo imposant was dit Laurens-Jan Brinkhorst-achtige dialect, dat van de volgende frase slechts het kernwoord werd opgevangen.
‘Rapporten’. Zei hij daar echt rapporten? Had deze man werkelijk
iets van doen met rapporten? Voor zich op tafel lag inderdaad een stapeltje gele kartonnen kaarten. De doodse stilte werd nu bijkans ondraaglijk, leerlingen staarden lijkbleek in hun Your way to English, chapter twelve om de blik van de coördinator te ontwijken. Zolang dat nog kon, want zou deze onheilsbrenger niet voor iedereen zijn onontkoombare tijding hebben, waarschijnlijk in alfabetische volgorde?

Inderdaad, daar vielen de eerste slachtoffers: Van Beelen, De Best,
Bolmikolke, Van der Boon, Van Duijn. Zo weinig als zij van hem wisten, zo gedetailleerd benoemde deze scherprechter hun tekortkomingen. ‘Te laat gekomen, huiswerk vaak niet in orde, snel afgeleid, ruzie gezocht en een onvoldoende voor wiskunde en hoe dat kon, want werd het niet gegeven door meneer Drenth hemzelve’. Als een satanische Sinterklaas las hij voor uit het grote boek. Zakken zout waren ieders deel.
‘Peter van D’. In het midden der klas veerde een jongetje overeind dat aarzelend zijn vinger omhoogstak, alsof hij nog niet zeker wist of hij zich bekend zou maken om zich aan het spervuur te onderwerpen. Had hij keus? ‘Mijn collega’s melden dat jij nogal nonchalant bent. Weet je wat dat betekent?’ Nonchalant, ik nonchalant? Ach, kom nou toch! Weet u, brugklascoördinator, dat ik niet graag blootgesteld wordt aan dit soort confronterende weetvraagjes? Ben ik een wandelend woordenboek?
Het antwoord kwam zacht, fluisterend bijna: ‘Niet precies’, met een slik tussen de twee woorden en een vragende blik naar omhoog. ‘Ja, dat zou je zo kunnen zeggen, niet precies, slordig.’ Hij zei nog meer met Oegstgeests accent over cijfers en over inzet, gaf andere kinderen een veeg uit de pan: Kiekertak, De Moraatz, Neutebeum, Van der Plas, Surdie Finnis, Taas Daamde…, maar het ging langs de jongen heen. Hij dacht aan de N op zijn voorhoofd: nonchalant. Die bleef daar staan, ook toen brugklascoördinator Van Kuilenburg met achterlating van de rapporten uit het lokaal was verdwenen.
Toen brak de hel los in 1c, rapportkaarten vlogen door de lucht en Peter van D ontwaakte uit zijn overpeinzingen. En de cijfers op zijn lijst? Een 7, een 6, een 7, een 7, een 8, een 7, een 7, een 7, een 7, een 8, een 7, en het reservegetal een 6.

woensdag 8 augustus 2007

Buren (1)

Mijn buurman-hij vaart-heeft in zijn tuin een buitendouche aangelegd. Die koop je voor nog geen 100 euro bij de Karwamma, inclusief aanleginstructie.
Mijn buurman-hij vaart-draait zijn hand niet om voor de aanleg van dit soort installaties. Ik meen zelfs dat hij een opleiding installatietechniek heeft gevolgd. Daarna ging hij naar de school voor de zeevisvaart.
Mijn buurman-Zeeg (van Zegert)-werkt in opdracht. Zijn vrouw-Dicky-zegt dan:
-Zeeg, , de Karwamma heeft zo'n buitending in de aanbieding.
-Buitending? Wat voor buitending?
-Zo'n douche.
-Een douche? Voor buiten?
-Voor bij de schuur.
-Wat moet je met een douche buiten? Je hebt een pracht van een badkamer binnen.
-Voor als je van strand komt. Dan hoef je niet met al dat zand door huis.
-Mens, wanneer ga ik nou naar strand?
-Jij misschien niet, maar ik wel.
-En heb je dan zoveel zand op je lijf? Je zit op een stoel, je komt niet in zee.
-Als je op strand bent geweest heb je altijd zand op je lijf, Zeeg.
Dit gesprek tussen mijn buren kan ik goed volgen. Ze praten van nature net iets harder dan normaal-hij vaart, misschien daardoor-en leiden een buitenleven. Weer of geen weer, ze zitten op hun bankje voor het achterraam, sigaretten en koffie binnen handbereik.
Ik zit een verdieping hoger, achter mijn computer op mijn werkkamer, het raam op een kier.
Veel van hun gesprekken vloeien voort uit Dicky's opdrachten voor Zeeg. Dicky heeft steevast haar zinnen gezet op iets dat nodig aangeschaft of aangelegd dient te worden. In de dagen die zij alleen doorbrengt-Zeeg vaart-doet zij haar inspiratie op aan de hand van tientallen folders die haar leven via de brievenbus binnenglijden. In het brede aanbod van Albert Heijn tot Zeeman is altijd wel iets van haar gading te ontdekken.
-Ik wil zo'n buitendouche, Zeeg, het is gewoon handig.
Volume, intonatie en woordkeus, in het bijzonder de aanwezigheid van de woorden 'ik wil' en het noemen van Zeegs naam karakteriseren haar slotoffensief.
Zijn 'oké dan' is het resultaat op korte termijn. Haar succes op iets langere termijn, in het geval van de buitendouche diezelfde middag al, is de volledig aangelegde installatie.
Zeeg is niet voor half werk. Daadkracht siert zijn persoonlijkheid. Na de daad mag hij languit op de bank een nopje doen. Als Dicky pokert op het Internet.