woensdag 26 september 2012

Ergens beginnen

In de kantine van de opkrabbelende hogeschool in Haarlem is het goed toeven. Eerst eet ik soep, daarna een broodje krab(?) en tot slot een banaan. Een goede bodem voor het geven van een cursus over taalvernieuwing aan een elftal geïnteresseerde juffen uit Noord-Holland. Van Heerhugowaard tot IJmuiden, van Haarlem tot Zandvoort. Ze komen om taalspecialist te worden, ik help ze op weg. Een dankbare taak. Ik koester de illusie aan de basis te staan van ietsje beter taalonderwijs. Op elf scholen in Noord-Holland. Je moet ergens beginnen. Anders komt er nooit van.

vrijdag 21 september 2012

Canadezen

Zit ik dan, in Roden, met koffie en appeltaart, omdat ik het verdiend heb. De Konditorei heet het tentje en de bezoekers zijn zonder uitzondering 70+. Uiterst vriendelijke bediening die mij de punt mét slagroom adviseert. Kan ik weigeren? Nog geen minuut later ben ik bediend met een zangerig 'asteblief'. Ze knikt naar het kartonnen bord in plastic en de tas met de banier van de stichting die ik door half Nederland heb gesleept. Meneer is nogal wat van plan met al die spullen. U moet in de bibliotheek zijn? Een leescampagne voor scholieren? En daarvoor komt u helemaal uit het westen? Ja, mevrouw, wij bij de stichting vergeten ook het platteland niet. Ik wilde vroeger al zendeling worden en kijk nu 's. Weer een doel bereikt, weer iets af te vinken. Tous bejaard Roden luistert geïnteresseerd mee. Meneer komt uut Amsterdam om onze jongeren an 't lez'n te krijgen. Wat een opgaaf! Succes hoor! Tevreden leun ik achterover en geniet van de taart en koffie. Zo moeten de Canadezen zich gevoeld hebben toen ze Nederland bevrijdden.

woensdag 19 september 2012

Ledigheid

Ik mag graag klussen. Not. Maar het is bij tijd en wijle onvermijdelbaar. Stel je koopt een nieuw huis. I did. Dan dient klussen zich aan als de oprit van een snelweg: je moet doorrijden en snel ook en er is geen weg terug. Waar een wil is, is een weg, maar in dit geval, in mijn geval, is er veel onwil, maar nog steeds geen weg terug. De lampen moeten hangen, zeker nu de donkere tijden naderen, de wc-rolhouders dienen geplaatst, zeker bij regelmatig toiletbezoek, en dat is er. Maar lampen en wc-rolhouders zijn tot daar aan toe. Wat ook moet zijn de heftige klussen: gordijnrails op 3.80 m hoogte, schilderijophangsystemen op 4.00 m hoogte - je wilde splitlevel, dan zal je splitlevel krijgen ook - de trappenhuizen gestructuurverfd, kamers maken op zolder, rekken zetten als tuinafscheiding... En dat alles in de vrije tijd. Die ik graag in ledigheid doorbreng. Want ik ben aartslui. Geef me een bank en ik weet er raad mee: ik ga languit. Ogen stijf dicht. Want doe ik ze open, dan zie ik het plafond. Dat zich weliswaar op 4.00 m hoogte uitstrekt, maar waar de elektriciteitsdraden uitdagend wuiven op de plek waar eigenlijk een lamp zou moeten hangen. Hoe gaan we daar in godesnaam bij komen zonder gevaar voor eigen leven? Even niet aan denken maar.
Hieronder het valse beeld van de projectontwikkelaar: tevreden mensen in een klusvrije straat genietend van altijd mooi zomerweer.

woensdag 5 september 2012

Voldoening

Je bent pas verhuisd en zodoende zoekende naar nieuwe snelle routes naar het werk. Google maps is handig, maar brengt niet echt uitkomst over de weerbarstige werkelijkheid van opgebroken fietspaden, verkeerslichten, onhandige rotondes waar snelverkeer voor mag en wegen vol drempels die je de rug kosten. De routes dienen proefondervindelijk gevonden te worden en dat gaat niet altijd van een leien dakje.
Zo belandde ik tijdens mijn eerste poging in Oegstgeest in plaats van Leiden en daar kon ik mijn route niet vervolgen vanwege een afgesloten brug. Natuurlijk kwam ik uiteindelijk wel waar ik wezen moest, maar de 40 minuten die me dat kostte, gaf me het gevoel toerist te zijn in eigen streek 's morgens om kwart over zeven op een reguliere werkdag. Er was één voordeel: die tijd kon ik aanzienlijk verbeteren.
Inmiddels, na diverse pogingen, rijd ik de vlotste route. Die start in een onnatuurlijke noordoostelijke richting, maar leidt dankzij bochten en rotondes gaandeweg naar het zuidoostelijk gelegen station Leiden Centraal in 25 minuten.
De terugweg gaat zo mogelijk nog sneller. Dan mag ik mezelf meer in het zweet rijden. Thuis doen ze niet zo moeilijk over een T-shirt met natte rug, bovendien liggen er plenty droge in de kast. De retourtocht levert ook medefietsers op, zonder uitzondering mannen op stoere fietsen met tientallen versnellingen die je stoïcijns voorbijrijden schijnbaar zonder enige inspanning te leveren. Zodra ze mij passeren ga ik natuurlijk in hun wiel. Ze houden mij uit de wind. Vaak gluren ze even achterom, want ze houden niet van parasieten in hun kielzog. Vervolgens wordt er nog een tandje bijgezet en moet ik afhaken. Dat overkwam mij maandag. De man voor mij, een tengere vijftiger in een ruitjesoverhemd, wist mij af te schudden ter hoogte van de Flora in Rijnsburg. Ik dacht: bekijk het lekker. Om me na een zware werkdag het snot voor ogen te rijden, nou nee. In de verte zag ik hem de Brouwerstaat induiken. Zelf nam ik de route door het oude dorp, rechttoe, rechtaan. Tien minuten later was ik bij de rotonde die toegang biedt tot Katwijk Noord. Wie schetst mijn verbazing toen ik linksaf wilde slaan en vlak daarvoor voor de tweede maal gepasseerd werd door stumpende ruitjesbloes. Met zijn dwaze Brouwerstraat-route. En met net zo'n natte rug als ik. Jee, wat een voldoening. Ontspannen fluitend nam ik de laatste 200 meter. Iets van Bach meen ik. Of Dylan. Daar wil ik van af wezen.