dinsdag 30 september 2014

Sigaretten halen 128

De duisternis viel snel in Zuid-Frankrijk. De cicaden meldden zich direct. Helemaal alleen was Anna Zeven dus niet. Maar François was vertrokken en zou pas 's ochtendsvroeg terugkeren. Als mens was ze voor een lange donkere nacht op zichzelf teruggeworpen. Hoe anders was de vorige nacht geweest in dat hotel in Saint-Cyr-sur-Mer. Hoe onschuldig hadden de omstandigheden geleken toen Theo haar in zijn armen had genomen. Een vreemde man in een vreemd bed, maar wat had ze zich fijn gevoeld dicht tegen hem aan. Terwijl hij haar borsten kuste had zij dat kale kruintje van hem gestreeld. Hetzelfde plekje waarop ze nog geen dag later vol haat een boedhabeeld had laten neerkomen. Of haat, zulke oergevoelens kende ze eigenlijk niet. Het ging meer om een verdedigingsmechanisme dat automatisch in werking was gesteld. Ze liet zich niet bedreigen. In haar naïviteit had ze zich gewoon laten inpakken door mannelijke charme. Ze had op haar hoede moeten zijn voor zoveel vriendelijkheid. Het was haar opvoeding die haar parten speelde. Ze was grootgebracht met de optimistische gedachte dat elk mens van nature goed was. Ze hoefde maar bij zichzelf te beginnen om te constateren wat voor lulkoek dat was. Maar even goed trapte ze er steeds weer in. Ze had wel vaker in moeten grijpen om uit de hand lopende zaken recht te zetten. Maar er was nog nooit moord aan te pas gekomen. Weer zag ze het beeld voor zich van het naar beneden rollende lichaam. Theo had het haar wel makkelijk gemaakt. Hij had waakzaam moeten zijn, maar hij had te veel wijn gedronken en dacht overmoedig dat hij daar wel tegen kon. Ze had hem doodgeslagen terwijl hij piste. Laf. Maar was er een alternatief geweest?
Uit de koelkast pakte ze een nieuwe fles rosé. Ze vulde het glas tot de rand, nam een paar slokken en keek peinzend uit het raam. Er was geen maan, er waren geen sterren. Er was wel een lichtje dat bewoog en dichterbij leek te komen.


maandag 29 september 2014

Sigaretten halen 127

Het gesprek met Martha had Anna goed gedaan. Het gaf haar het gevoel er niet alleen voor te staan. Ze had zich dan wel op onverwacht eenvoudige manier van Theo kunnen ontdoen, de nawerking van het geweld had ze onderschat. Er was wel vaker iets voorgevallen, er was vaker geweld gebruikt, maar niet eerder had ze zo direct moeten ingrijpen als vandaag, niet eerder had ze op deze manier vuile handen moeten maken. Ze keek naar haar rechterhand die het boedhabeeld met kracht op Theo's hoofd had doen belanden. Het was dezelfde sierlijke hand die ze altijd had gehad. De nagellak was onberispelijk rood. 
Steeds als er een moment van rust was, als ze even niets om handen had - en dat had ze ook niet - was het eerste wat voor haar geestesoog opdoemde het rollende lichaam van Theo. Of was het beter te spreken van rollend lijk? Was hij door die ene klap meteen al dood geweest? Of had de val die volgde hem pas de das om gedaan? Trouwens, was hij wel dood? Lag hij misschien nog te creperen halverwege de berghelling? Ze schudde haar hoofd en nam een grote slok rosé uit het glas dat François had gebracht. Ze kon een koele kikker zijn, maar de gedachte aan een creperende man die met de dood voor ogen in de brandende zon lag, was haar teveel. Ze leegde het glas in drie gretige slokken. Vanuit het niets stond François naast haar met de fles. Hij vulde het glas opnieuw, voller dan de vorige keer en liet de fles achter. Hij verdween zoals hij was gekomen. Anna dronk. Ze probeerde zich weer van Theo te ontdoen, dit keer wilde ze hem verdrinken in haar rosé.


zondag 28 september 2014

Sigaretten halen 126

Een twintigtal kilometers verderop deden wandelaars een vreselijke ontdekking. Dwars over het rotspad dat van de rivier omhoog liep naar de weg waar hun auto geparkeerd stond, lag het lichaam van een man. De stugge begroeiing op de berghelling vormde het haakje waaraan hij was blijven hangen. Hij miste een schoen, zat onder de striemen en bloedde uit een gapende wond op zijn hoofd. De twee wandelaars - Bart, een gynaecoloog uit België en zijn vriendin, An, communicatiemedewerkster bij het Vlaams Belang, beiden begin dertig en voor het eerst tijdens hun prille relatie samen op vakantie - zagen meteen dat de toestand ernstig was, maar ook dat de man nog leefde. Zijn torso ging op en neer vanwege zijn vlugge ademhaling. De vondst van de man die op zijn buik lag, zijn linker onderbeen in een onnatuurlijke hoek, was naar, maar zij waren Vlamingen van het analytische soort, Zuid-Nederlanders die reageerden vanuit de ratio en de emoties pas toelieten als het niet anders kon. An trok zakelijk haar telefoon, toetste het alarmnummer in en verklaarde zonder haperen in feilloos Frans wat er aan de hand was. Zelfs het nummer van de weg die verderop liep, wist ze te noemen. Niets stond adequaat reageren van de Franse hulpdiensten in de weg. In nog geen half uur was een ambulance ter plekke die met een speciale brancard het slachtoffer omhoog wist te hijsen. Hij was inmiddels bij kennis. Ook een verdienste van Bart en An die met een combinatie van koel water en een voortdurende stroom van opgewekte woorden de getroffene bij bewustzijn hadden gebracht. Praten kon de man nog niet, maar uit zijn blik sprak dankbaarheid.


zaterdag 27 september 2014

Sigaretten halen 125

Anna schrok wakker van François' klop op de deur, meteen gevolgd door zijn 
gedecideerde 'madam'. De paar minuten slaap hadden haar geen goed gedaan. Ze was duf, had hoofdpijn en voelde zich lusteloos. Of het bad verbetering zou brengen betwijfelde ze. De temperatuur van het water was in elk geval perfect. Als iemand een bad van de juiste warmte kon klaarzetten, dan was het François wel. Ze wist niet hoe hij het deed, maar hij deed het. De lavendeldampen die het water losliet kalmeerden haar. Na een paar minuten verdwenen hoofdpijn en dufheid en keerde de energie terug. Ze moest straks dringend enkele telefoontjes plegen. Probleem 'Theo' mocht dan verholpen zijn, zijn opdrachtgevers zouden in actie komen als ze geen bericht meer kregen uit Frankrijk. Niet alleen hier, ook in Nederland gingen slachtoffers vallen. En die konden maar beter van de tegenpartij zijn.
Na het bad nam Anna in een handdoek gewikkeld plaats op het ligbed op het terras. François had de parasol uitgeklapt en bracht haar lavendelthee. Het zwembad schitterde in de zon. Een zonnebril was geen overbodige luxe. Juist toen ze haar smartphone pakte, begon deze te rinkelen. 
'Hé Martha,' zei Anna vrolijk, 'je bent me net voor.'


vrijdag 26 september 2014

Sigaretten halen 124

Theo's nood moest bijzonder hoog zijn geweest. Hij stapte haastig uit en posteerde zich pontificaal voor de auto om te plassen. Hij plaste in de diepte die zich direct naast de auto uitstrekte. Alsof hij de rivier daar beneden nog wilder wilde laten stromen. Hij was zo op zijn urineren geconcentreerd dat hij Anna niet hoorde naderen. 
Het boedhabeeld raakte zijn kruin met een doffe klap, het was het geluid van een stomp in een kussen. Alsof zijn hoofd kapok bevatte. Is dit genoeg, dacht Anna, ging geweld niet met veel meer lawaai gepaard? 
Hij viel voorover. Het had wel iets komisch, zo'n lichaam dat al plassend in de diepte verdween. Niet dat ze gelachen had overigens. Ze besefte maar al te goed wat ze deed. Hij rolde maar door, het was steil, zelfs de takkenbosjes die hij in zijn val passeerde, konden geen weerstand bieden. Hij verdween uit zicht, het was alsof hij er nooit geweest was.
In de auto ontdekte ze tot haar stomme verbazing dat het pistool op de vloer van de auto lag. Het metaal voelde koel. Lekker koel. Ze wreef de loop even langs haar wang. 'Pang,' zei ze. Daarna reed ze weg met gierende banden.



donderdag 25 september 2014

Sigaretten halen 123

Om drie uur arriveerde Anna eindelijk bij de villa. Francois stond al klaar om het hek te openen. Ze stak haar hand op en riep 'Bonjour, Francois'. Hij groette terug met een bescheiden knikje. Was hij kleiner geworden, liep hij nog krommer dan de vorige keer? Ze reed de wagen meteen de garage in. De handtas nam ze mee. Francois zou voor de koffer zorgen. 
Ze schudden handen, formeel en afstandelijk. Ze vond het fijn hem weer te zien en wist dat hij dat ook vond, maar hun verhouding zou altijd zakelijk blijven. Hij was betrouwbaar, dat was het voornaamste, ze hoefden geen vrienden te zijn. En hij verstond Nederlands, ook niet verkeerd.
'Ik moet even liggen, Francois, de reis was zwaar, een dag later dan gepland. Wil jij het bad in orde maken?'
Luiken hielden de slaapkamer schemerachtig en koel. Het eerste wat Anna deed was het pistool uit haar handtas halen en onderin de la met dekbedovertrekken stoppen. Dat ding moest weg. Wat er vanmiddag was gebeurd, nauwelijks een uur geleden, moest ze zo snel mogelijk uit haar gedachten bannen. Vandaar het rusten op bed, vandaar het ontspannen in bad. Ze hoorde Francois rommelen in de badkamer. De kraan ging piepend open. Een zware waterstraal spoot in het bad.
Het bed was heerlijk. Ondanks alles voelde ze de loomheid in haar lijf en leden trekken. Toen ze haar ogen sloot, zag ze het beeld voor het eerst terug: het naar beneden rollende lichaam, het bloedende hoofd.


woensdag 24 september 2014

Sigaretten halen 122

'Je dacht natuurlijk als ik hem een flesje wijn laat drinken dan heb ik geen last meer van 'm. Nou, dan ken je Theo Dubbelburg nog niet. Als ik ergens tegen kan, dan is het wel wijn. Daar word ik alleen maar scherper van. En agressiever. Dus als je niet uitkijkt, dan knal ik je zo voor je lekkere hoofdje. Heel je kapsel door de war. Alsof je daar op zit te wachten, Martha Janssen. Want als ik eenmaal iemand heb ontmaskerd, dan blijf ik niet volharden in verkeerde namen. Anna Zeven, wat een belachelijke naam. Kom je uit de wei of zo? Stond je naast Bertha 8?' Theo moest hard lachen om zijn eigen grapje. Het trok de aandacht van de ober. 
Ze liepen naar de auto, Anna aanzienlijk somberder dan daarvoor. Haar kansen leken gekeerd. Waren ze ook verkeken? Ze voelde even aan het beeldje in haar tas. Misschien bracht Boedha geluk. Ze broedde op een plan, een oplossing die nu niet lang meer op zich moest laten wachten. 
De weg slingerde langs een ravijn omhoog. In de diepte stroomde de azuurblauwe rivier. Hier op deze rustige weg moest ze toeslaan. Maar hoe?
'Stop daar in die bocht,' riep Theo opeens. Hij haalde het pistool tevoorschijn. Wat was die gek van plan? Van schrik vergat Anna gas te geven.
'Hier nog niet,' blafte Theo, 'die bocht daar verderop. Ik moet pissen.'
Hij moest pissen. Hij mocht dan goed tegen alcohol kunnen, zijn blaas kende grenzen. Deze kans werd haar in de schoot geworpen. Die moest ze grijpen.


dinsdag 23 september 2014

Sigaretten halen 121

In het toilet stond een tafeltje afgeladen met stenen Boedhabeelden in allerlei afmetingen. De hobby van de eigenaar van het restaurant? Anna zocht een handzaam exemplaar uit, woog hem in haar hand en stopte hem in haar tas. Hij was zeker drie kilo. Je kon er een aardige klap mee verkopen. Je kon er iemand, als je dat wilde, hartstikke mee dood slaan. Was een pistool niet handiger? Met dit brok steen moest je direct en goed toeslaan. Met een pistool kon je van een afstandje dreigen. En je kon er je tegenstander mee verwonden. Iemand met een Boedhabeeld een klap tegen bijvoorbeeld zijn arm geven was ingewikkeld. Je moest dichtbij komen, wat niet zonder gevaar was. Met een harde klap kon je een misschien een onderarm breken. Een bovenarm was alweer ingewikkelder. Maar als je klap niet hard genoeg was, bleef de schade misschien beperkt tot een blauwe plek. Je kon van een afstandje gooien, maar wat daarvan het effect zou zijn, was uitermate onzeker.
Anna koos voor beide: een breed arsenaal aan wapens, het beeldje én het pistool. Het pistool pakken kon niet ingewikkeld zijn. Theo zat met zijn rug naar haar toe toen ze het terras op liep. Zijn colbertje was van de stoelleuning gegleden, misschien wel door het zware pistool, en lag op de tegels. Ze bukte zich en trok het jasje naar zich toe. Theo had niets door. Hij dronk nog steeds wijn. Het jasje was te licht om iets zwaars in de zakken te hebben. Anna keek onder de stoel. Was het pistool er misschien uit gevallen?
'Doe geen moeite, Anna, ik heb dat ding hier tussen mijn benen.' Theo nam niet eens de moeite zich om te draaien. Anna zag zijn kale kruin en dacht eraan hoe ze er met kracht een Boedhabeeld op zou kunnen laten landen.


maandag 22 september 2014

Sigaretten halen 120

Het was niet ingewikkeld Theo op achterstand te zetten. Toen Anna voorstelde ergens te lunchen - haar eerste schep als begin van de valkuil voor Theo - stemde hij gretig in. Tot dan toe hadden ze in de koelte van de airco doorgebracht. De hitte buiten voelde als een oven. Anna kon wel wat hebben in haar luchtige zomerjurk, maar Theo in zijn donkere pak liep na vier stappen al te puffen. 
'Trek je jas toch uit, Theo. Je hoeft mij niet te bewaken met je hand op je pistool. Waarom vertrouw je me niet? Ik dacht dat we een deal hadden.'
Theo trok zwijgend zijn colbertje uit. De tweede schep. Toen Anna hem toelachte, kon ook Theo een grimas niet onderdrukken. Ondanks de hitte leek hij te ontspannen. Aan tafel begon hij een monoloog over het verschil tussen de warmte in Nederland en die in Frankrijk.
'Hier kan het wel heet worden, maar in Nederland wordt het dan altijd zo'n kleffe boel. Hier is de lucht veel droger en daarmee veel prettiger.' Met zijn praten leek de sfeer van een dag daarvoor enigszins terug te keren en dat was precies waar Anna op aanstuurde. Van de fles witte wijn die op tafel verscheen dronk zij niet meer dan een half glas. De rest zou dienen ter bedwelming van Theo. Vandaag had ze Theo het liefst suf. De derde schep. Zoals ze had ingeschat, verloor Theo alle waakzaamheid uit het oog toen hij zijn praatstoel had gevonden. De wijn en het eten deden de rest. Na een glas of twee sprak Theo driftig over zijn reizen door Afrika en na het derde glas deed hij zijn plannen voor een ruimtereis uit de doeken. 
'Vandaar dat je geld nodig hebt, Theo. Ik zei toch dat je daarvoor bij mij aan het juiste adres bent. Wat heeft die Benny nou te bieden, die kruimeldief. Duizend, een paar duizend? En wat moet je ervoor doen, mij in de gaten houden?'
Theo leegde zijn vierde glas en boerde binnensmonds. Schep vier, vijf, zes. Een hele graafmachine ging tekeer.
Anna ging naar de wc. Op de terugweg zou ze Theo zijn pistool ontfutselen.

zondag 21 september 2014

Sigaretten halen 119

Het was onzin om te denken dat er niets veranderd was in het samenzijn van Theo en Anna. Net als de dag ervoor reden ze weliswaar samen in de blauwe Mini Cooper door Zuid-Frankrijk met Anna achter het stuur, maar gesproken werd er nauwelijks. En de stilte die in de auto hing was gespannen. Het laatste inhoudelijke gesprek hadden ze gevoerd tijdens het ontbijt op de hotelkamer. Het was een zakelijk overleg geweest over geld, met name over de hoogte van bedragen en de afspraken die daarmee samenhingen. Natuurlijk wilde Anna Theo's connectie met Benny weten, maar daarover liet hij niets los. Dat maakte Anna's deal met Theo ongewis. Hoe kon zij ervan op aan dat wat zij afspraken ook daadwerkelijk zo zou gebeuren? In hoeverre was Theo te vertrouwen? Ging hij echt voor haar aanbieding of meende hij stiekum van twee walletjes te kunnen eten door eerst bij haar te vangen en vervolgens ook nog bij Benny? Daarom was zij op haar hoede zijn en wachtte zij op een kans zich van Theo te ontdoen. De kans was groot dat dit kwaadschiks zou moeten gebeuren. Die gedachte was zo overheersend dat ze aan niets anders meer kon denken. Ook Theo stak zijn wantrouwen niet onder stoelen of banken. Het pistool had hij in de rechterzak van zijn colbert gestoken. Zijn hand week niet van de prominente bobbel. 
Geconcentreerd stuurde Anna de auto over de Franse binnenwegen. Er was nog een kilometer of vijftig te gaan. Gaandeweg kwam ze tot de conclusie dat ze eerst Theo's vertrouwen terug moest winnen. Als hij zijn argwaan had laten varen zou ze hard en definitief afrekenen.



zaterdag 20 september 2014

Sigaretten halen 118


Van vrolijke praatjesmaker en womanizer Theo was weinig meer over. Al zijn bluf leek in zijn pistool te zijn gaan zitten. Erachter stond een lullige zestiger die zijn handdoek probeerde op te houden. Alsof onder deze omstandigheden ook maar enig decorum ertoe deed. Het belangrijkste wat nu gold was een scherp verstand. Anna dacht koortsachtig na, terwijl ze gelijkertijd rust probeerde uit te stralen. Om daarmee haar eigen en Theo's zenuwen tot bedaren te brengen.
'Ik doe wat jij zegt, Theo, ik was helemaal niets van plan. Niet nodig zo agressief te doen. En doe dat ding weg. Straks gebeuren er nog ongelukken.' Ze had haar stem onder controle. Het klonk zelfs vriendelijk wat ze zei. Ze ontspande, zeker toen ze zag dat haar woorden effect leken te hebben. Althans, de loop van het pistool zakte omlaag. Als Theo nu de trekker over zou halen, hoewel niets daarop wees, zou hij een gat in het parket schieten.
'Kom even rustig op het bed zitten. Wat kan je gebeuren met een vrouw in haar ondergoed?' Theo nam plaats. Het pistool nog steeds in de hand, maar steeds minder met een bewust plan. Zoals iemand zijn kopje vast blijft houden ook al is de koffie allang opgedronken. Hij zei niets, hij keek alleen, maar de ernstige trekken die hij eerder vertoonde, waren verdwenen.
'Ik denk, Theo, dat wij wel tot een deal kunnen komen. Laten we alles even rustig op een rijtje zetten'
'Wat bedoel je?' Er klonk argwaan in zijn stem. Toch bood de vraag alleen al perspectief.
'Als het om geld gaat, Theo, dan moeten we eruit kunnen komen. Ik kan je meer betalen dan die losers in Nederland. Veel meer.'

vrijdag 19 september 2014

Sigaretten halen 117

De schrik sloeg Anna om het hart toen Theo de badkamerdeur opentrok. De dreiging die van de man in zijn handdoek uitging leek haast tastbaar. Ze wist meteen zeker dat het gesprek dat hij even daarvoor over de telefoon had gevoerd over haar was gegaan. En het was haar direct duidelijk dat de Benny die Theo aan de lijn had gehad inderdaad de Benny was die zij kende, de Benny van de duistere zaakjes, thuis, in het verre Nederland. Die ontnuchterende werkelijkheid dook op vanuit de mist. Als de boeg van een zeeschip op ramkoers. 
Als vanzelf deinsde Anna achteruit tot haar kuiten de bedrand raakte en zij achterover viel op het bed. Kwetsbaarder dan nu - nauwelijks gekleed in een sfeer van vijandigheid - had zij zich nooit gevoeld. Terwijl ze zich overeind duwde, zag ze Theo zijn reistas openritsen. Wat hij tevoorschijn haalde, bracht een nieuwe schok teweeg. In zijn hand lag een zwartmetalen pistool, waarvan de loop op Anna was gericht.
Al die tijd wisselden zij geen woord. Voor Theo was het duidelijk dat Anna hem doorhad en Anna kwam tot het besef dat alles wat er die dag daarvoor was gebeurd - de ontmoeting in de trein, de vraag om de lift, het aanbod te blijven eten en slapen - deel uitmaakte van een bewust geregisseerd plan. Wie de regisseur was, bleef nog even onduidelijk. Theo leek haar niet meer dan een pionnetje in een groter spel, een marionet met een pistool. 
'Vanaf nu doen we precies wat ik zeg, Martha Janssen.' Zijn stem trilde. Was het woede, waren het zenuwen? Eén ding leek Anna zeker, schieten zou hij niet. Niet dat ze dat wilde uitproberen overigens.


donderdag 18 september 2014

Sigaretten halen 116

Opnieuw deed Anna een poging de slaap te hervatten, het bed was echt heerlijk, maar opnieuw ook werd haar interesse gewekt door iets wat sterker was dan slapen. Theo stond in de badkamer te bellen. Met die Benny natuurlijk. Juist omdat hij zacht sprak, moest Anna wel luisteren, of ze wilde of niet. Ze hoorde slechts onverstaanbaar gebrom dat licht versterkt werd door de akoestiek van de betegelde badkamer. 
Anna ging rechtop zitten, gaf de balkondeur die openstond een duw om het geluid van buiten buiten te sluiten en concentreerde zich. Terwijl ze dat deed, besefte ze dat ze zich weer, in Theo's termen, op privéterrein wilde begeven. Wat had ze te maken met zijn geheimzinnige telefoontjes? Niets natuurlijk. Maar wat er dan zo geheimzinnig was, wilde ze wel graag weten. Als ze verder naar voren leunde, haar linkeroor naar de badkamer gericht, kon ze flarden van woorden onderscheiden. 
Drie tellen later stond ze met haar oor tegen de badkamerdeur. Ze verstond nu woorden en halve zinnen.
'Dus ik blijf haar... Ze is hier...' Theo lachte. '...nuttige en aangename verbinden... Ik heb ook mijn... Dus naar haar adres... Doe mijn best... Jij en Richard?... Verdomme...' 
Buiten de badkamer vouwde Anna haar handen als een kommetje om haar linkeroor om nog beter te kunnen verstaan wat Theo zei. De gouden armband om haar rechterpols kwam met een klap tegen de deur. Het gesprek in de badkamer stokte meteen.
'Wacht 's, Benny, ik moet even zien wat er in de kamer gebeurt. Bel zo terug.'


woensdag 17 september 2014

Sigaretten halen 115

Bijzonder hoe eenvoudig nieuwsgierigheid winnen kan van slaperigheid. Hoe groot de slaap ook is, het idee dingen te missen van het leven dat parallel daaraan gewoon doorgaat, blijkt sterker. Toen de telefoon van Theo voor de tweede keer zoemde binnen een halve minuut, kon Anna de verleiding niet weerstaan. Ze kroop naar de andere kant van het bed en boog zich over het apparaat. Op het beeldscherm prijkte slechts een voornaam: Benny. Wie noemde zich nu Benny? Anna kende een strandpaviljoen met de naam Benny's Beach. Dat verdiende geen schoonheidsprijs, maar het allitereerde lekker en je onthield het makkelijk. Maar welk mens, welke man liet zich Benny noemen? Ben, oké, dat kon er net mee door, maar Benny... Een naam die je associeerde met louche praktijken. Het helen van gestolen koper, het omkatten van auto's, het bedreigen en chanteren van winkeliers, dat soort zaken. Mannetjes met een verleden als kruimeldief of veelpleger. Die zich opgewerkt hadden in het circuit. Benny. Heette die engerd die klusjes deed voor die corrupte politieman geen Benny? Die met dat hoge stemmetje? Met die maat van 'm, Richard, Richard the Knife. Wat een losers.
'Hé, niet doen.' Met een handdoek om zijn middel geslagen stond Theo in de deuropening van de badkamer. In drie driftige stappen was hij bij het bed en trok de telefoon onder Anna's neus vandaan. 'Dat kun je niet maken. Andermans telefoons zijn privéterrein.' Hij klonk boos. Wat een driftkikker dacht Anna. 
'Gisteravond deed je anders niet zo moeilijk over het betreden van privéterrein, Theo, en dan heb ik het niet over mijn telefoon.' Ze trok plagerig aan zijn handdoek. 'Is die Benny opeens belangrijker dan ik?'
Theo reageerde met een kwaad gezicht en dook met zijn telefoon terug de badkamer in.



dinsdag 16 september 2014

Sigaretten halen 114

Spijt was misschien niet het gevoel waarmee Anna Zeven ontwaakte, maar het idee dat het anders, beter had gekund dan dit, de nacht doorbrengen met een total stranger, die veel te oud voor haar was en ook niet echt haar type, overheerste. Als de eerste de beste snol had ze zich in laten palmen door zijn praatjes. Of nee, dat was het niet, hij was best grappig, soms, en hij had haar hoffelijk bejegend. Natuurlijk waren het doorzichtige versiertrucs die nog bleken te werkten ook. Of werken, ze zag mijlenver van tevoren, eigenlijk al op het moment dat hij instapte in de trein en naast haar plaats nam, dat hij uit was op één ding. Ze had dus op haar hoede moeten zijn. Maar het ging zoals het ging, soms overkwam je het gewoon. Als je moe was, vol en zat van drank en spijs, en languit in een bed belandde. Maakte het dan nog uit met wie dat was? Natuurlijk wel, maar kon je je er altijd tegen verzetten? Nee dus. Dit was trouwens op het randje van het toelaatbare. Ze had zich niet echt laten betalen voor de seks, niet in de vorm van bankbiljetten. De overnachting in dit luxe oord en het overdadige diner konden beschouwd worden als betaling in natura. Hoewel, welke hoer gaf haar klant een lift in een prijzige huurauto? 
Ze draaide zich nog een keer om. Ze had zelden in zo'n lekker bed gelegen. Ze kon nog even haar ogen sluiten. Theo stond onder de douche. Op het nachtkastje zoemde zijn smartphone.


maandag 15 september 2014

Sigaretten halen 113

Toen alles achter de rug was, zakte Anna in een diepe droomloze slaap. Door de openstaande balkondeuren blies een zwoel briesje dat de glasgordijnen spookachtig liet bewegen. In de verte klonk verkeerslawaai, een bescheiden ruis, dat met een beetje fantasie het geluid van de branding kon voorstellen. Het werd niet opgemerkt door Theo die op zijn rug naar het plafond staarde. Hij was loom, maar kon toch de slaap niet vatten. Hij sliep nooit lang. Wat dat betreft waren dure hotelkamers met heerlijke bedden weggegooid geld.  
Hij stond op, trok de witte badjas aan en liep met zijn telefoon naar buiten. Het was bijna twaalf uur. Hij kon Benny nog zonder problemen bellen. Die ging niet voor tweeën naar bed. Tot zijn ergernis stuitte hij op de voicemail.
'Theo hier, Benny. Zuid-Frankrijk, Côte d'Azur. Alles is volgens plan verlopen. Ze ligt te maffen. In mijn bed om precies te zijn. Heb ik in elk geval die weddenschap gewonnen, hahaha. Laat me weten wat de volgende stap is. Voorlopig heb ik het naar mijn zin. Tot horens.'


zondag 14 september 2014

Sigaretten halen 112

Laat in de middag arriveerden ze bij hotel Le Patiô aan de rand van Saint-Cyr-sur-Mer. De drukte onderweg en het felle zonlicht hadden bij Anna een lichte hoofdpijn veroorzaakt. Hoewel ze ertegen opzag in het donker verder te rijden had ze, om even rust te nemen, Theo's aanbod geaccepteerd om een eenvoudig diner te gebruiken in het hotel. Als dank voor het wegbrengen. Met de trein zou hij er zeker twee keer langer over gedaan hebben. En als ze niet te veel treuzelden konden ze over drie kwartier aan tafel. De keuken was officieel nog niet open, maar voor Theo maakte de eigenaar graag een uitzondering. De ontmoeting tussen de hotelbaas en Theo verliep amicaal. Ze schenen elkaar goed te kennen die twee.
'Anna, Jacques, le patron. Jacques, Anna, mon chauffeur.' 
Jacques gaf Theo en Anna een vette knipoog. 'Ah, ton pilote. Elle connaisse la route familière, hein? Heureusement ta chambre est spacieuse, Theo.'
De kamer met royaal balkon had uitzicht over het stadje en de zee en was niet alleen heel ruim, maar ook luxueus en sfeervol ingericht. Anna ging zitten op de zilverkleurige sprei van het kingsize bed. Ze besefte dat ze inmiddels een paar stappen te ver had gezet. Anders was ze hier nooit beland. Met een praktisch vreemde man in een prachtige hotelkamer. Zij op het bed, hij vlak voor haar. Een hotelbaas met suggestieve opmerkingen. Het verlangen naar een verkwikkende douche en languit te liggen tussen koele lakens. Verrukkelijk eten, lekkere wijn.
Ze keek Theo aan. Hij zweeg met een blik die uitgelegd kon worden als verwachtingsvol.
'Voordat je het vraagt, Theo, het antwoord is ja.' Ze liet zich achterover vallen.



zaterdag 13 september 2014

Sigaretten halen 111

Het werd een blauwe Mini met krassen en butsen.
'Ik zou er geen genoegen mee nemen.' Theo had ongetwijfeld gelijk, maar Anna had geen zin in gedoe. Het was een stoer wagentje, een beetje beschadigd, maar volgens de verhuurder - een man in een pak - technisch in perfecte staat.
'Geloof nooit mannen in pak, Anna, zeker geen Franse mannen in pak.' Theo liet zijn afkeuring duidelijk blijken door letterlijk overal, op elke kras en deuk, zijn vinger te leggen. Hij was zeker vergeten dat hij zelf een pak droeg. 
'It's only the outside,' riep de Fransman verontwaardigd, 'it rides very okay.'
'O yes?' Theo ging vlak voor de Fransman staan, intimiderend dicht op. Dus hij was niet altijd vrolijk en aardig. 'And when she brings it back, you will charge her for the damage.'
'No, no, no,' sputterde de verhuurder. 'We make a note of the damage. So we will know what is allready wrong.' Hij probeerde langs Theo's schouder oogcontact te maken met Anna.
'Laat maar, Theo, ik vul dat formulier wel in.' Ze zuchtte nog net niet toen ze het zei, maar het voelde alsof ze een partner terechtwees met wie ze al jaren samen was. Huwelijksidioom, zoals dat bij stellen ontstaat die jaren bij elkaar zijn. Theo's antwoord sloot daar naadloos bij aan.
'Dan moet je het zelf maar weten.' Volkomen passend bij de situatie haalde hij zijn schouders op.


vrijdag 12 september 2014

Sigaretten halen 110

'Is er nog tijd om sigaretten te halen?' Theo knikte in de richting van de kiosk een tiental meters verderop.
'Rook jij?' Anna was oprecht verbaasd. Maar wat wist ze meer van Theo, dan dat hij een vlotte babbel had, een charmeur was en op weg was naar een hotel in Saint-Cyr-sur-Mer? Ze wist niet eens zijn achternaam. Hij rookte dus, hij dronk vast ook, misschien plaste hij ook wel over de rand van de wc. Er viel nog veel te ontdekken aan Theo. Of het daarvan komen zou, betwijfelde ze. Hij mocht meerijden in haar huurauto, of eigenlijk kwam het erop neer dat zij een flink eind om zou rijden om hem op de plek van bestemming af te leveren. 
'Je kunt toch wel zonder?' 
Theo aarzelde. Hij wilde een jeugdige indruk maken op Anna. Of het roken van sigaretten in dat beeld paste, was twijfelachtig. Roken was uit. Roken werd geassocieerd met ziektes en doodgaan, stinkende kleren en slechte adem.
'Jij rookt niet? Ik had je ingeschat als rookster van filtersigaretten. Hoe kan een mens zich zo vergissen.' Het sloeg nergens op, het was een flauwe afleidingsmanoeuvre van zijn eigen zwakheid. Hij glimlachte schuldig en trok zijn conclusie.
'Natuurlijk kan ik zonder'
Hij vervolgde energiek zijn weg naar de hoofduitgang van het station. Na een paar meter keek hij achterom of ze volgde. 
Ze stond nog waar hij haar had achtergelaten. Ze wees naar links. 
'We moeten die uitgang hebben. Rue Honnorat.'


donderdag 11 september 2014

Sigaretten halen 109

Ondanks zijn nieuwsgierig- en opdringerigheid vond Anna Zeven Theo aangenaam gezelschap. De reis met de TGV, die toch al snel reed, ging ongemerkt voorbij, terwijl Theo en Anna koutten over de geneugten des levens. Over Zuid-Frankrijk ging het en alles wat daarmee samenhing: de wijn, het fraaie landschap, het stedelijk schoon, de zon, de zee en niet te vergeten de Fransen. Die akelige Fransen. 
'Frankrijk is mooi,' zei Theo, 'alleen jammer van die Fransen.' Hij lachte luid om zijn belegen grapje en Anna lachte mee. Ze werd vrolijk van zijn vrolijkheid. Hij was zeker 20 jaar ouder dan zij, maar hij mocht er zijn. Roger Moore, daar deed hij haar aan denken, en dan in zijn James Bond-tijd. Oké, ietsje ouder.
De trein reed niet meer op topsnelheid. Ze hadden de voorsteden van Marseille bereikt. Beiden keken zwijgend uit het raam. Hun spontane ontmoeting liep ten einde.
'En waar haal je die huurauto?' 
Anna opende haar handtas, haalde de brief met de huurgegevens tevoorschijn en noemde de straat. Het moest naast het station zijn.
'Ben ik onbescheiden als ik je om een lift vraag?' Theo deed zijn best haar zo lief mogelijk aan te kijken. Het was aandoenlijk.
'Oké,' zei ze. Daar had ze het bij kunnen laten. Waarom ze dan ook nog 'gezellig' zei?


woensdag 10 september 2014

Sigaretten halen 108

Hij had zijn hand uitgestoken en zij had hem geschud. Wel een beetje formeel, dacht ze, je voorstellen aan iemand naast wie je maar even in de trein zou zitten. Maar hij was vriendelijk. Theo heette hij, zijn achternaam ging verloren in het lawaai van een passerende trein. Het uitspreken van haar eigen, nieuwe naam, voelde onwennig. Anna Zeven. Jammer dat ze geen inspraak had gehad bij het bepalen van die naam. Het deed haar denken aan een jongerenboek met de titel 'Boy 7' dat ze in de bibliotheek had zien liggen. Vast een spannende roman. Op de voorkant stond een jongen van wie je het gezicht niet kon onderscheiden en met een capuchon over zijn hoofd. Zo was het bij haar ook: haar nieuwe naam en haar veranderde uiterlijk hadden haar echte identiteit onherkenbaar gemaakt. Theo sprak met Anna, een blonde vrouw met krullen, die hooguit 38 leek.
'En ben je onderweg naar je vakantiebestemming, Anna?' De royale treinstoel bood zoveel ruimte dat Theo zich eenvoudig naar haar toe kun draaien. Zijn ogen kropen over haar lichaam, maar dat hinderde haar niet. Ze lachte opnieuw, onafgebroken eigenlijk. Dat riep Theo in haar op. Ze kon het niet tegenhouden. Wat moest hij niet van haar denken. Ach wat, hij dacht maar wat ie wilde.


dinsdag 9 september 2014

Sigaretten halen 107

Op station Lyon was de trein ook weer volgestroomd. Op stoel 114, gangkant, nam een oudere heer plaats, aan zijn Telegraaf te zien met de Nederlandse nationaliteit. Ze keken elkaar even aan voor hij plaatsnam en knikten elkaar toe. Zolang ze niets zei, kon ze voor Frans doorgaan. Maar toen hij vroeg 'Allez vous a Marseille aussi?' beantwoordde ze de vraag onomwonden met een helder klinkend 'ja'. Ze had in geen weken Nederlands gesproken, zelfs dat ene bevestigende woordje klonk onwennig. Het bleek meer dan voldoende om het ijs te breken. Ook de man zat duidelijk verlegen om een praatje in zijn moerstaal. 
'Dan zit u met mij opgescheept tot Marseille. Zin in een krant? Nou ja, krant, 't is dat er geen andere Nederlandse kranten verkrijgbaar waren, want dit is eigenlijk één grote bron van ergernis.' Hij sloeg tegen het papier. 'Sensatie, sensatie, sensatie. U houdt er vast ook niet van, u ziet er intelligent uit.'
'U bedoelt dat de Telegraaf voor domme mensen is.' Ze zei het met een lach, de lach waarmee ze mannen om haar vinger wond. Die kwam als vanzelf, bij sommige mannen, ze was zich er pas van bewust als hij eenmaal op haar gezicht lag en de reactie van de mannen zag. Hij lachte terug.
'U bent niet alleen intelligent, u bent ook knap. Dat heb ik weer, aangenaam reisgezelschap op weg naar Marseille.'


maandag 8 september 2014

Sigaretten halen 106

De trein naderde Lyon. Mensen begonnen haastig eigendommen bij elkaar te rapen voor in de handbagage. Bij de uitgang wachtten koffers, al dan niet op wieltjes, maar zonder uitzondering kolossaal. Een zwoele vrouwenstem kondigde in accentloos Frans het komende station aan. Mesdames et messieurs... Het remmen werd ingezet. Reizigers op weg naar buiten, wuifden heen en weer als zonnebloemen in de wind toen de trein tot stilstand kwam. 
De vrouw op stoel 113, raamkant, klikte haar handtas open en haalde een zakspiegeltje tevoorschijn. Ze constateerde wederom dat ze een aardig kleurtje had opgelopen de afgelopen weken. Haar Parijse hotelkamer was luxe geweest. Het balkon op de zuidwestkant had ze veelvuldig benut. Als dit de opmaat was naar de rest van haar leven, dan stond haar nog wat te wachten. 
Wat in Marseille in elk geval wachtte was een rode Mini Countryman uit de Knockout Edition. Een huurwagentje voorlopig, maar het eigen exemplaar zou niet lang op zich laten wachten. God, wat had ze daar zin in. Hoelang had ze niet rond moeten tuffen in die tweedehands Opel Astra?


zondag 7 september 2014

Sigaretten halen 105

De sfeer in de TGV die met een vaart van bijna 300 km per uur over het platteland van Paris Est naar Marseille St. Charles denderde, was in veel compartimenten vrolijk en ontspannen. Reizigers met een aantal weken Côte d' Azur voor de boeg namen een voorschot op zon, zee en strand. Er werd wijn gedronken en stokbrood gegeten. De geur van knoflook overheerste.
Hoewel. In treinstel 247KL ging het er helemaal niet zo uitgelaten aan toe. Er werd niet gegeten, slechts water gedronken en de meeste passagiers vermaakten zich stilletjes met een boek of tijdschrift of keken eenvoudigweg uit het raam. Misschien dat een aanzienlijke groep reizigers knoflookdampen uitblies, maar rond stoel 113, raamkant, hing de zoete geur van Agent Provocateur Eau de Toilette. De vrouw die deze geur rijkelijk over haar kapsel had gespoten keek met aandacht naar buiten. Het landschap was prachtig. Onvergelijkbaar met Zweden waar ze al zo vaak was geweest.


zaterdag 6 september 2014

Sigaretten halen 104 - introspectief

Ondertussen zijn er heel wat Sigaretten-halen-dagen verstreken, om precies te zijn 103. En het verhaal is er niet eenvoudiger op geworden. Een rechttoe rechtaan crimi is het allang niet meer, als het dat al was, ooit, in de begindagen, toen het nog voorjaar was. Heel wat bijzondere types bevolken het verhaal dat wat absurde trekjes begint te vertonen. Of misschien ook niet. Het is in elk geval uit het leven gegrepen, het ligt er dicht tegenaan. Er komen net zulke aardige, rottige, aandoenlijke en irritante mensen in Sigaretten Halen voor als in de werkelijkheid. Met dezelfde (on)uitstaanbare trekjes, doens en latens. Neem nu wachtmeester Jacobi. Wat een klojo. Je zult ermee moeten werken. Toch kent iedereen wel een wachtmeester Jacobi in zijn/haar leven: de intrigant, de stoker, de hielenlikker, de geniepigerd. Zou zo iemand een relatie hebben vraag je je dan af. Ik wel tenminste. Het antwoord is schokkend: ja, dit soort figuren hebben relaties. Sterker nog: ze hebben partners die hen op handen dragen. Eerlijk.
Nee, dan Zus Bennekom, de snoes. Zo heerlijk naïef. Zo'n vrouw gun je toch een fijne, bestendige relatie. Maar of Fred Janssen die rol op zich kan nemen is twijfelachtig. Die draaikont. Na 103 afleveringen is er nog steeds geen helderheid over zijn rol in de verdwijning van Martha Janssen. Ik bedoel maar.
Overigens, de discrepantie tussen de verteltijd en de vertelde tijd is u natuurlijk niet ontgaan. Waar Sigaretten Halen zich dag na dag voortsleept, strekt het verhaal zich eigenlijk slechts over twee dagen uit: vrijdag en zaterdag. We naderen de avond van de zaterdag. Commissaris Turlings heeft snode plannen met Taco Stutterheim, de stagiair. Wat moeten we daar nu weer van denken? Niet teveel, dunkt mij.


vrijdag 5 september 2014

Sigaretten halen 103

Beneden in de woonkamer was de medewerking dan beter, veel nieuws wist Elly Sprenkelbach Meijer niet uit Zus Bennekom te peuren. Het vertrouwen was er wel, maar óf Zus wist inderdaad niet zoveel, óf ze hield zich van de domme. Elly had een arm om de snikkende Zus geslagen. Ze voelde zich een oudere zus, die zich bekommerde om een jonger zusje dat verdriet had wegens een stukgelopen verkering. Of dat te streng was behandeld door onredelijke ouders. 
Zus had haar hoofd tegen Elly's schouder laten vallen en depte haar neus met een zakdoekje.
'Ik weet het niet,' sprak ze met verstikte stem, 'ik heb echt geen flauw idee wat die code moet betekenen. Ik weet ook niet wie er belde. Ja, een man met een zware stem. Ik dacht nog: die Benny is het niet, die heeft juist een hoge stem. En trouwens waarom zou die gaan bellen, nadat hij mij heeft ontvoerd.' Ze haalde haar neus op.
'We hebben een opsporingsbericht uitgevaardigd voor die Benny. Let maar op, die krijgen we zo. En z'n maatje Richard ligt in het ziekenhuis. Die hebben we dus al.'
Ze sloeg haar arm om Zus heen. Zo deed ze niet vaak een verhoor, maar het leek haar slim in dit geval de gevoelskant te kiezen in plaats van de zakelijke.
'Tegen mijn collega Bijleveld heb je beweerd dat jij en Fred Janssen al langer een relatie hadden. Heeft de verdwijning van Martha Janssen daarmee te maken?'
Heftig schudde Zus haar hoofd. 'Nee, dat was dom om te zeggen. Ik kende die hele Martha niet. Voor Fred ben ik pas gevallen, nadat ik hem boete wilde laten betalen voor boeken die hij niet terug kon brengen. De boeken van Martha. Ik heb dat mens nooit ontmoet. Ik zie haar op die foto daar. Leuke vrouw. Fred was vast wel gelukkig met haar.' Ze snoot haar neus. 
Boven klonk gelijkertijd een hoop lawaai.


donderdag 4 september 2014

Sigaretten halen 102

Fred Janssen sliep. Dagobert Bijleveld schudde hem heen en weer. Ongeduldig. Er viel geen tijd meer te verliezen. Ze moesten pakken wat ze nog pakken konden. Dit ging helemaal verkeerd. Schorsing. Was die Turlings nou helemaal gek geworden.
'Janssen, wakker worden man. Het is klaarlichte dag, verdorie.'
Vanonder het dekbed klonk een zacht gekreun. Even maar, daarna heerste weer complete rust. 
'Janssen!' Dagobert trok aan het dekbed en gooide het opzij. Fred Janssen lag naakt in foetushouding op het matras. Zijn ogen waren gesloten. Op een stoel vond Dagobert een ochtendjas die hij Fred toewierp.
'Kom op nou, je traineert het onderzoek. Trek aan. Ik moet je dingen vragen. En ik heb haast.'
Uiterst langzaam, alsof hij een bejaarde man was, kwam Fred overeind. Zijn blik was weinig fris. Hij leek dodelijk vermoeid. 
'Moet je koffie, word je daar wakker van, goeie sterke koffie?' Dagobert stond gebogen boven het blote kwetsbare mannenlijf dat eindelijk in zitstand kwam. 'Of heb je meer aan een koud washandje. Zal ik dat halen. Badkamer?'
Fred schudde zijn hoofd, terwijl hij zich in de ochtendjas wurmde. Met lodderige ogen nam hij Dagobert op.
'Jullie weten van geen ophouden, hè?' Hij sprak tergend traag. Slikte na ieder woord. Hij schudde zijn hoofd. 'Maar Martha vinden, ho maar.' Hij liet zich achterovervallen in het kussen. Alsof hij al zijn krachten had verspeeld met die ene zin.
Dagobert nam plaats op het voeteneind en zuchtte diep.


woensdag 3 september 2014

Sigaretten halen 101

Net voor Dagobert Bijleveld op de slaapkamerdeur van Fred Janssen wilde kloppen hoorde hij een berichtje binnendruppelen op zijn mobiel. Het was zaterdagmiddag, hij behoorde eigenlijk niet aan het werk te zijn, dus de kans was groot dat het een privébericht betrof. Dat viel tegen. Het was een boodschap van Jacobi. Als hij ergens geen zin in had, dan was het wel een bericht van Jacobi. Hij vond Jacobi een onbetrouwbare hielenlikker. Likken naar boven, naar Turlings, en trappen naar beneden. Een onprettig sujet. Dagobert overwoog het bericht te negeren. Hij had wel iets beters te doen. Fred Janssen doorzagen over zijn betrokkenheid bij de vermissing van zijn vrouw om maar iets te noemen. 
Hij las toch. Tot zijn spijt, want van wat er stond, werd hij niet blij. Het begon al met de aanhef. 'Ha oom Dagobert'. Dagobert gromde. Hij wist dat hij zich niet moest ergeren. Dat was die man niet waard. Hij moest trots zijn op zijn naam. Dat had Elly hem nadrukkelijk laten weten. Hij wist nog precies wanneer ze het zei. Ze had het in zijn oor gefluisterd en meteen daarna had ze in zijn oorlel gebeten. Hij kreeg kippenvel als hij eraan terugdacht.
'Turlings laat weten dat jullie per direct zijn geschorst. Als jullie op pad zijn voor de zaak Martha Janssen, dan zijn jullie in overtreding. Alles wat je nu nog doet met die Janssen wordt tegen jullie gebruikt. En o ja, Turlings heeft een filmpje van jou en Elly SM in cel 3. In zekere toestand zal ik maar zeggen. Werkt ook niet in jullie voordeel.'
Dagobert wist niet dat hij kon tandenknarsen. Maar hij deed het.


dinsdag 2 september 2014

Sigaretten halen, de trailer

Voor aanhakers, afhakers, trouwe volgers, geïnteresseerden, toevallige bezoekers, vrienden, onbekenden of wie dan ook: wil je thuisraken in 'Sigaretten halen' het vervolgverhaal in 365 delen bekijk dan nu de trailer met de belangrijkste hoofdpersonages: Sigaretten halen, de trailer.

 

Sigaretten halen 100

Terwijl Dagobert Bijleveld met grote stappen de trap opging om Fred Janssen aan de tand te voelen, namen Zus Bennekom en Elly Sprenkelbach Meijer plaats op de bank in de zitkamer. Zus' oog viel op een foto op het dressoir, een vakantiekiekje van een Scandinavisch aandoend meer met aan de oever Fred en een vrouw, onmiskenbaar Martha, beiden met kaki afritsbroek op volle lengte, houthakkersbloes en bergschoenen. Een intiem tafereeltje. Ze hadden de armen om elkaar heen geslagen.
Of het die foto was die het veroorzaakte of de ernstige blik van Elly, opeens leek er iets te knakken in Zus. Zo klonk het tenminste in haar hoofd, als het breken van een droge tak. Vanuit het niets kwam vervolgens een ware waterval aan warme tranen op gang. Er leek een kraantje te zijn opengezet.
Elly schoof naast haar met een papieren zakdoekje in de hand. Aan alles kon je merken dat ze dit vaker had gedaan. Troost bieden aan gevallen vrouwen. Vrouwen in nood, vrouwen met verdriet. 
'Dit gaat voorbij, Zus, het komt allemaal goed.' Elly legde een hand op Zus' rug en wreef zachtjes. 'Als je iets kwijt wilt, vertel het me gerust. Het is niet goed dingen op te kroppen. Huilen is oké, huilen lucht op, na de tranen volgen vaak de woorden.' Ze liet een stilte vallen. Zus huilde hoorbaar. Het geluid deed Elly denken aan woorden als schreien en wenen. Het was aandoenlijk. Ze moest met haar ogen knipperen om haar eigen traanvocht af te voeren.
'Wil je iets aan mij kwijt wat je dwars zit?' Haar hand masseerde voorzichtig Zus' magere nek die hard was van de gespannen spieren.
Zus schudde haar hoofd, maar begon daarna toch te spreken. Huilerig, snotterig, maar verstaanbaar.
'Ik, ik, ik heb de code opgegeten.' Ze draaide haar betraande gezicht naar Elly. Die las pure wanhoop in de ogen van Zus.


maandag 1 september 2014

Sigaretten halen 99

De bel ging. Zus Bennekom probeerde door het raam te ontdekken wie er voor de deur stond. Een man en een vrouw. Diezelfde politieman en -vrouw die er die ochtend ook waren geweest. Zij was wel aardig, Elly, maar van hem, Bijlman of zo, kreeg ze niet echt hoogte. Wat wilden ze nu weer?
Opnieuw ging de bel. Stukken ongeduld! 
De inspecteurs stonden breed glimlachend voor de deur. Waarover die twee zo blij waren, ontging Zus ten enenmale. 
'Wat moeten jullie?' Het klonk argwanender dan bedoeld, maar het kon geen kwaad haar gevoelens wat steviger aan te zetten.
'Dag Zus,' zei Elly, 'we komen dit keer voor Fred. We weten dat hij thuis moet zijn.'
'Fred is ziek. Hij slaapt.' Zus maakte zich breed in de deuropening, wat niet meeviel voor zo'n iele vrouw als zij.
'Maak 'm maar wakker, want deze zaak heeft haast. Hij heeft de keus: of we praten hier met 'm of hij gaat mee naar het bureau.' De glimlach van Bijleveld had plaatsgemaakt voor een uitdrukkingsloze blik. En ook al keek Elly nog steeds vriendelijk, meer dan een beleefd masker zou het wel niet zijn. 
'Dus wat doen we?' Bijleveld keek nu bijna dreigend.
Zus deed vanzelf een stap opzij. 'Als jullie maar weten dat ik hier geen genoegen mee neem.'
Toen Elly haar passeerde, glimlachte die nog steeds. Spottend ditmaal.