zondag 16 december 2007

Officieel feestlelijke openings

Beachte waanzevigen,

Niet alleen! zijn wij hier malkander treffend om het glaas te effenen op de start, de officieel, ehm, start van WD-rom een blog, echter tevens ook vanwegens het feestlijk beginnen, de vrolijker aanvang, aangenaamse afstrap. Give it a go, than, uh, then.
We wullen, inmiddels mij, de kerstverse blogger SLEI, SOLEI, sorry, SOLEIJ, van hartelijk filseteren met zijne initia. Welkomst bij de club, envoy a family, desalniettemin. Waar hängt der fellow? Waar? Dan?
SLEI, nu met onmetelijke ingang die champagnes uit. Directement! De afdroger in met dit mensch.
Tot de okselen in de tsjips, tss.
Geen TUC-je meer of minder!
Ouwe wokkels!
Tss. Boring.
...
Maistro! Muzikaliteit!

maandag 10 september 2007

Buren (3)

Op een ochtend hoorde ik ze weer. Ze moesten die nacht zijn thuisgekomen. De bromstem van Zeeg en Dicky’s nasale geluid klonken vertrouwd.
Ze zijn wat volks, de buren, maar wel aardig. Zij is een jaar of 25, schat ik, hij toch zeker 10 jaar ouder. Ze kennen elkaar een jaar of 10. Voorbeeld toen van bakvis valt voor vent met centen, thuiswonend, type ruwe bolster blanke pit. Visser met weekend vrij volgt met zijn ogen rijpend, rondend tienermeisje op de dansvloer. Ontmoetingsplek: discotheek Casa Cara, in de volksmond ‘de Cas’. Na 3 jaar verkering in het huwelijk getreden in de Witte Kerk op de Boulevard onder de bezielende leiding van een zware predikant. Receptie in De Zwaan. Eerste huwelijksnacht op huidig woonadres goed maar vruchteloos verlopen.
Terwijl ik mijn aanrecht afdeed met de vaatdoek, viel mijn oog op het Wehkamppakket dat eerder deze week noodgedwongen bij mij was bezorgd. Toen ik mijn hoofd boven de muur stak, zat Dicky peinzend op het bankje, filtersigaret nonchalant tussen de vingers, een dampende mok koffie op de tafel.
-Hé, buuv, weer thuis?
-Hé, buur. Ja, vannacht. 3 uur lagen we eindelijk.
Ze was bruin geworden.
-Laat.
-Vertraging in Spanje. Eén doffe ellende. Bakje?
-Eh..goed. Ik heb een pakketje voor je. Van Wehkamp.
-O, dat zal m’n trilplaat zijn.
Ik liep achterom en stapte Dicky’s tuin in. Tuin was misschien niet het juiste woord. Op de klimop na ontbraken planten. Het houten tuinhuisje, huis, door Zeeg op Dicky’s verzoek neergezet, nam verder zoveel ruimte in dat er ook nauwelijks meer plek was voor enig groen. Nou ja, een klomp aan de muur met een geranium. Maar die was op sterven na dood.
-Melk en suiker, buur?
-Niks erin, buuv.
-Zuinig, hoor.
-Een eenvoudig mens heeft niet veel nodig. Zeeg er niet?
-Nee.
-Die heeft natuurlijk al een week op je lip gezeten. Zijn jullie niet gewend.
Er verscheen een flauw glimlachje om haar mond.
-Hij ..eh..hij is naar het ziekenhuis.
-O?
-Ja, onderzoekje.
-O? Niets ernstigs, hoop ik?
-Nee.
Ze trok haar T-shirt strak over haar boezem. Ze sloeg haar ogen neer. Ik dronk voorzichtig van de hete koffie.
-Zeeg heeft..eh..denken ze..eh..traag zaad.
De slok die ik nam was te groot en te heet. Ik verslikte me.
-We dachten dat het aan mij lag, maar eh..’t is Zeegs zaad.
Ik bracht een schor ‘ja’ uit bij wijze van luisterrespons. De koffie was donker.
-Of, nou ja, dat zijn ze aan het onderzoeken, maar alles wijst erop, zei de dokter.
Ik roerde nutteloos in mijn koffie.
-Heb je d’r ooit van gehoord?
-Van traag...
-Ze zwemmen te langzaam en dan komen ze meer dood dan levend..nou ja, waar ze moeten komen. En dan gebeurt er niks. Of ze halen het helemaal niet. Gek, zo ver kan het niet zijn.
-Nee.
Ze zette haar wijsvinger in haar kruis en haar duim op haar buik.
-Hoeveel is dat nou? 10 centimeter?
-Ja, zoiets.
-Maar ja, ik weet niet of het verband houdt, maar Zeeg heeft pas leren zwemmen toen ie 14 was. En dat voor iemand die wou gaan varen.
-Ik denk niet...
-Maar mijn eitjes zijn goed. Dat zei die dokter. Hij zegt: ’t zal aan uw man liggen. Traag zaad, misschien. Had jij daar wel ‘ns van gehoord?
-Wel eens over gelezen, geloof ik. Het fijne weet ...
-Terwijl Zeeg altijd zo snel is met alles. Neem nou die buitendouche. Die hing d’r in no-time.

woensdag 15 augustus 2007

Buren (2)

De buitendouche van de buren staat er desolaat bij. Het weer is er niet naar om eronder te gaan staan. Dicky heeft nog geen behoorlijke kans gehad om op strand te zitten. Althans het plaatselijke strand, want momenteel zijn Dicky en Zeeg in Spanje. Een last-minute naar Benidorm. Het klinkt als een jaren tachting bestemming. Costa Brava, Costa del Sol, Benidorm.
Daar ga je naartoe als je echt niets anders kunt bedenken. Misschien kom je Frits Bom tegen, alias de vakantieman, die je een kaart van Europa voorhoudt en je met de nodige ironie opdraagt Benidorm eens aan te wijzen. En dat je dan aarzelend je vinger richting IJsland of Oostenrijk brengt. Lachen! Het zou Dicky zomaar kunnen overkomen, maar ze zou er niet mee zitten.
Toen Zeeg op zee was-hij vaart- verzamelde zij een stapel brochures van een halve meter hoog bij het plaatselijke reisbureau die ze allemaal van kaft tot kaft doornam. In het weekend legde ze haar voorlopige conclusies voor aan haar onwetende echtgenoot.
-Zeeg, ik heb wat van die boekjes gehaald.
-Boekjes? Wat voor boekjes?
-Reisboekjes. Gaan we als jij vrij bent in augustus lekker weg. Lekker op vakantie.
-Weg? Ik hoef niet weg. Ik ben altijd weg.
-Zeeg, een weekje weg, een weekje naar de zon, dat is heerlijk.
-Mens, het is hier toch ook heerlijk. Alles bij de hand. Lekker tuintje, strand, buitendouche.
-Er even tussenuit is weer 'ns wat anders.
-Waar wou je dan heen?
-Nou, hoe heet dat eiland met die parkieten?
-Parkieten? Ik ken g... O, kanaries, je bedoelt de Canarische eilanden?
-Ja, staat hier ergens in dit boek. Acht dagen all inclusief, 850 euro p.p.
-En wat heb jedan?
-Nou, all inclusief. Alles gratis, dus.
-Een beetje bakken bij het zwembad, beetje zwemmen, beetje bieren.
-Ja, lekker lui niks doen.
-Acht dagen lang niks doen. Voor 1700 euro. Da's een hoop geld. Als je thuis blijft ...
-Zeeg, ik wil op vakantie. Naar de zon.
-1700 euro, Dick, alsof je een emmer leeggooit.
-Wat kan jou die rotcenten nou schelen. We hebben het toch?
-Is er niks goedkopers? Dichterbij?
En zo werd het Benidorm. Zelfde vakantie, veel minder geld. Zeeg tevreden, Dicky tevreden.
Ik kreeg vandaag een kaartje met de tekst "HG Dicky en Zeeg" met daaronder een zonnetje met 40 erin. Op de voorkant een plaatje van twee gebruinde, kogelronde damesbillen met daarboven in gele hoofdletters "HOT HOT HOT BENIDORM".
Zeegs humor.
Wat zal hij zich vervelen.

donderdag 9 augustus 2007

De brugklascoördinator

En het geschiede in die dagen, midden jaren zeventig, dat er een nieuwe brugklascoördinator was aangesteld met de naam Van Kuilenburg. In het leerinstituut aan de Frederikdreef, enigszins fantasieloos Christelijke Scholengemeenschap voor Atheneum en Havo genaamd, in het dorp beter bekend als de Hèvô, stond de man te boek als gerenommeerd docent Nederlandse taal- en letterkunde.
Klas 1c kende hem echter niet in die hoedanigheid, sterker, zij zagen de dertiger met het baardje en de vorsende blik voor het eerst. En waren onder de indruk toen hij halverwege het vierde lesuur het talenpracticum in de E-gang betrad. Wie was die man voor wie de docent Engels zonder morren de les afbrak en met de ogen naar de grond gericht het lokaal verliet? Wie was hij die zulk een onheilspellende spanning met zich meevoerde dat onderlippen spontaan begonnen te trillen en hier en daar onderdrukt werd gekreund?
Hij had plaatsgenomen op het podium achter het lokaalbrede bureau, keek priemend de klas in en zei: ‘Ik ben de brugklascoördinator’. Niet zozeer de inhoud als wel de vorm, in bijzonder de klankvorm, brachten een schok teweeg. Wie had ooit iemand zo netjes horen spreken! Niemand! Ja, kinderen uit Wassenaar wellicht, maar die zaten er niet in 1c. Zo imposant was dit Laurens-Jan Brinkhorst-achtige dialect, dat van de volgende frase slechts het kernwoord werd opgevangen.
‘Rapporten’. Zei hij daar echt rapporten? Had deze man werkelijk
iets van doen met rapporten? Voor zich op tafel lag inderdaad een stapeltje gele kartonnen kaarten. De doodse stilte werd nu bijkans ondraaglijk, leerlingen staarden lijkbleek in hun Your way to English, chapter twelve om de blik van de coördinator te ontwijken. Zolang dat nog kon, want zou deze onheilsbrenger niet voor iedereen zijn onontkoombare tijding hebben, waarschijnlijk in alfabetische volgorde?

Inderdaad, daar vielen de eerste slachtoffers: Van Beelen, De Best,
Bolmikolke, Van der Boon, Van Duijn. Zo weinig als zij van hem wisten, zo gedetailleerd benoemde deze scherprechter hun tekortkomingen. ‘Te laat gekomen, huiswerk vaak niet in orde, snel afgeleid, ruzie gezocht en een onvoldoende voor wiskunde en hoe dat kon, want werd het niet gegeven door meneer Drenth hemzelve’. Als een satanische Sinterklaas las hij voor uit het grote boek. Zakken zout waren ieders deel.
‘Peter van D’. In het midden der klas veerde een jongetje overeind dat aarzelend zijn vinger omhoogstak, alsof hij nog niet zeker wist of hij zich bekend zou maken om zich aan het spervuur te onderwerpen. Had hij keus? ‘Mijn collega’s melden dat jij nogal nonchalant bent. Weet je wat dat betekent?’ Nonchalant, ik nonchalant? Ach, kom nou toch! Weet u, brugklascoördinator, dat ik niet graag blootgesteld wordt aan dit soort confronterende weetvraagjes? Ben ik een wandelend woordenboek?
Het antwoord kwam zacht, fluisterend bijna: ‘Niet precies’, met een slik tussen de twee woorden en een vragende blik naar omhoog. ‘Ja, dat zou je zo kunnen zeggen, niet precies, slordig.’ Hij zei nog meer met Oegstgeests accent over cijfers en over inzet, gaf andere kinderen een veeg uit de pan: Kiekertak, De Moraatz, Neutebeum, Van der Plas, Surdie Finnis, Taas Daamde…, maar het ging langs de jongen heen. Hij dacht aan de N op zijn voorhoofd: nonchalant. Die bleef daar staan, ook toen brugklascoördinator Van Kuilenburg met achterlating van de rapporten uit het lokaal was verdwenen.
Toen brak de hel los in 1c, rapportkaarten vlogen door de lucht en Peter van D ontwaakte uit zijn overpeinzingen. En de cijfers op zijn lijst? Een 7, een 6, een 7, een 7, een 8, een 7, een 7, een 7, een 7, een 8, een 7, en het reservegetal een 6.

woensdag 8 augustus 2007

Buren (1)

Mijn buurman-hij vaart-heeft in zijn tuin een buitendouche aangelegd. Die koop je voor nog geen 100 euro bij de Karwamma, inclusief aanleginstructie.
Mijn buurman-hij vaart-draait zijn hand niet om voor de aanleg van dit soort installaties. Ik meen zelfs dat hij een opleiding installatietechniek heeft gevolgd. Daarna ging hij naar de school voor de zeevisvaart.
Mijn buurman-Zeeg (van Zegert)-werkt in opdracht. Zijn vrouw-Dicky-zegt dan:
-Zeeg, , de Karwamma heeft zo'n buitending in de aanbieding.
-Buitending? Wat voor buitending?
-Zo'n douche.
-Een douche? Voor buiten?
-Voor bij de schuur.
-Wat moet je met een douche buiten? Je hebt een pracht van een badkamer binnen.
-Voor als je van strand komt. Dan hoef je niet met al dat zand door huis.
-Mens, wanneer ga ik nou naar strand?
-Jij misschien niet, maar ik wel.
-En heb je dan zoveel zand op je lijf? Je zit op een stoel, je komt niet in zee.
-Als je op strand bent geweest heb je altijd zand op je lijf, Zeeg.
Dit gesprek tussen mijn buren kan ik goed volgen. Ze praten van nature net iets harder dan normaal-hij vaart, misschien daardoor-en leiden een buitenleven. Weer of geen weer, ze zitten op hun bankje voor het achterraam, sigaretten en koffie binnen handbereik.
Ik zit een verdieping hoger, achter mijn computer op mijn werkkamer, het raam op een kier.
Veel van hun gesprekken vloeien voort uit Dicky's opdrachten voor Zeeg. Dicky heeft steevast haar zinnen gezet op iets dat nodig aangeschaft of aangelegd dient te worden. In de dagen die zij alleen doorbrengt-Zeeg vaart-doet zij haar inspiratie op aan de hand van tientallen folders die haar leven via de brievenbus binnenglijden. In het brede aanbod van Albert Heijn tot Zeeman is altijd wel iets van haar gading te ontdekken.
-Ik wil zo'n buitendouche, Zeeg, het is gewoon handig.
Volume, intonatie en woordkeus, in het bijzonder de aanwezigheid van de woorden 'ik wil' en het noemen van Zeegs naam karakteriseren haar slotoffensief.
Zijn 'oké dan' is het resultaat op korte termijn. Haar succes op iets langere termijn, in het geval van de buitendouche diezelfde middag al, is de volledig aangelegde installatie.
Zeeg is niet voor half werk. Daadkracht siert zijn persoonlijkheid. Na de daad mag hij languit op de bank een nopje doen. Als Dicky pokert op het Internet.

woensdag 18 juli 2007

Meer niet

Het was vrijdagmorgen en wij zaten aan tafel. Het was nog net geen voorjaar. Dat wil zeggen: er vlogen geen vogels rond op zoek naar bouwmateriaal, temperaturen waren redelijk, de zon veroorzaakte lange schaduwen op het parket en de tuinstoelen stonden achter het luik op zolder.
Damp sloeg uit onze theekopjes, Syd Barrett klonk, meer niet. Dat moet je geloven. Wij spraken niet, wij nipten niet aan de kokendhete thee, wij ademden nauwelijks. We lachten niet en keken niet somber, treurig of verdrietig, we dachten nergens over na. We kwijlden niet. We proefden elkaars lippen niet, keken niet verwonderd, slepen geen punten aan willekeurige potloden en, belangrijk, geeuwden niet.
Er was rust, want wij bewogen niet, fluisterden niet, nee, fluisterden zelfs niet. Bewogen niet? Goed, heel even, later, toen de thee een graad minder heet was geworden schoof zij haar hand over haar borst. Dat had niets te betekenen, dat moet je geloven.
Boven de tafel gebeurde niets.
Wij dronken niet van onze thee. Toch was die daarvoor bedoeld. Wij aten geen koekje en roerden niet in de thee, want wij gebruikten geen suiker. Ik kan niet verklaren waarom er een speculaaskruimel onder haar volle lippen zat. Wij hadden niet eens speculaas in huis. dat zweer ik.
Wij konden zo lang blijven zitten, zouden dat best willen doen, ik spreek niet alleen voor mijzelf, ook voor haar. Ik neem haar niets kwalijk. Zij mij trouwens ook niet. Zij knoopte haar blouse los, meer niet.

donderdag 5 juli 2007

Zieke geesten


Moge Allah vandaag nog afrekenen met alle zieke geesten die verantwoordelijk zijn voor laffe terreur in zijn naam.


Moge Allah hen naar beneden werpen van gebouwen groot als de Twintowers, liefst met het hoofd naar beneden.


Moge Allah hen treffen met vuur, stenen, volle colablikjes en uitwerpselen van leeglopende honden.


Moge Allah vervolgens de waterleiding van deze onmensen afsluiten, zodat zij uren uren in de wind rieken, bloedend, beurs en zwartgeblakerd.


Geen gevangenisstraf voor deze beesten, zij moeten rennen over straat.


Zij zijn niet geschapen door Allah; uit het sperma van satan zelf zijn zij voortgekomen.


Tot niet meer dan gewelddadige varkenskeutels hebben zij zich ontwikkeld.


Vier artsen. Zieke geesten.


Moge Allah vandaag nog met hen afrekenen.

maandag 2 juli 2007

Post-teleurstelling

Tring!
-Met Peter van D.?
-Mit Paul B. van het A-college.
-Ha Paul.
-Goed nieuws dit keer, Bram is geslaagd.
-Echt waar!? Mooi zo, mooi...
-Voor de herkansing scheikunde heeft hij een 6,1 gehaald en op zijn eindlijst voor datzelfde vak deshalb een 6.
-Zei je nu 'deshalb'?
-Nee, ik zei '6'.
-Nee, daarvoor bedoel ik.
-Daarvoor zei ik ..eh.. 'een'. Ja, dat zei ik. Ik zei 'een 6'.
-'Deshalb.'
-Was?
-'Deshalb ein sechs.' Dat zei je.
-Wie?
-Jij.
-Nee, wer? Nicht hoe.
-Hoe?
-Wat? Na ja, hoe het ook zij: gratuliere!
-Dankjewel. Auf wiedersehen.
-...ja, auf wiederhörn.
Klik.
Tuuuuuuuuuuuuuu

dinsdag 19 juni 2007

Teleurstelling

Ring!Ring!Ring!
-Met Peter van D?
-Met Paul B van het A-college.
-Hallo, Paul.
-Ja, je weet als ik op dit tijdstip bel dat dat dan geen goed bericht is.
-Ja, ik weet het.
-Bram heeft het niet in één keer gehaald.
-Nee.
-Nee. Hij mag maar één onvoldoende in zijn profiel hebben en hij heeft er twee.
-Wiskunde en...?
-Scheikunde. Voor zijn schoolexamen stond hij een 5,4 en voor zijn centraal schriftelijk heeft hij een 5,5 gescoord.
-Nee!
-Ja!
-Hoe bestaat het!
-Ja, lullig. Shit happens.
-Hè?
-Wat?
-Ik dacht, ik dacht dat je Duits gaf?
-Yes.
-Aber...
-Doch...
-Scheisse, Paul.
-Scheisse mit Reisse, Peet.
-Gut. Good. Goed.
-Bon. Zie ik Bram morgen op school. Zeg dertienhonderd uur.
-Ja, jammer.
-Spijt me.
-Ook zo.
-Niets aan te doen.
-Feiten.
-Harde feiten.
-Objectieve gegevens.
-Cijfertjes.
-Je kunt er niet omheen.
-Je moet er dwars doorheen.
-Je neerleggen.
-Erbij.
-Zeker.
-Eet ze.
-Ook zo.
Klik.
Tuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu

woensdag 13 juni 2007

Al laat

Het is al laat. Uren zijn voorbijgegleden. Het ochtendgloren is vergeten. Het zweet uws aanschijns is weer geproefd. De avond naakt.
Hallo-tot ziens. Kopje koffie, kopje thee. Dat was het weer. Wat ik net dronk, trek ik nu door.
De groeven in het gelaat zijn onzichtbaar dieper geworden. Voorafspiegeling van de allerlaatste groef.
Gezellig. Kopje koffie? Kopje thee? Wat? Zo laat al? Nee, dank je.

dinsdag 12 juni 2007

Voor niets

Vanmorgen vroeg reed ik per fiets naar locatie OE van mijn hogeschool. Er zou daar correctiewerk op mij wachten, zo had ik in een e-mail gelezen.
Het was een lekker tochtje van mijn huis naar deze vestiging, ondanks de motregen. Met stevig doortrappen in 20 minuten te doen.
Nu is OE een beetje desolaat. Collega's of studenten kom je er zelden tegen. Vanochtend was zelfs de conciërge afwezig. Een teken aan de wand, want wat is een school zonder conciërge? Hij opent het gebouw en gaat als laatste weer weg, hij zet koffie en wast af en is ieders steun en toeverlaat. Hij beschikt over voorraden maandverband voor noodgevallen, dozen paracetamol voor pijnbestrijding, whiteboardmarkers per dozijn en over een ontegenzeggelijk gevoel voor humor.
Maar toen ik kwam, was hij er niet. En hij heeft een sleutel, een voor mij onontbeerlijke sleutel, om mijn afgesloten postvak, uitpuilend van de werkstukken, te kunnen openen. Die sleutel zit aan zijn sleutelbos. Die bos zit in zijn broekzak. Het is de enige sleutel.
Wil, waar was je nou?
Nu moest ik onverrichter zake terugkeren naar huis. Door de motregen.

Here comes the sun

Here comes the sun

zondag 10 juni 2007

Soleil meldt zich

Soleil meldt zich op tijd. Voor het donker. Voor het ochtendkrieken. Voor sluitingstijd. Voor het einde der dagen. Voor nieuwe haring oud wordt. Voor nacht en ontij. Voor god noch gebod. Voor het eten, na het eten. Voor de ineenstorting van het West- en Oostromeinse Rijk. Voor de val van weer een muur. Voor het slapengaan, tijdens het afwassen en na gedane zaken. Voor al wat groeit en bloeit. Voor het meisje, voor de jongen. Nadat het rode licht gedoofd is, er kan nog een trein komen. Voor donderdag 19.00 uur. Voor het te laat is. Op leven en dood.

Amen.