donderdag 28 januari 2010

Beleid? Geen tijd!

Mijn werk is fijn, heel dynamisch, soms iets te. Dan ben ik in een week beland waarin de volgende klus zich alweer aandient wanneer de vorige nog volop gaande is. Zelfs een strakke planning helpt dan niet. Dan houdt het gewoon ergens op, bijvoorbeeld als het opeens zaterdag is. Dan schreeuwt mijn gezin om aandacht en naar die schreeuw moet ik luisteren. Je zult maar in het onderwijs werken, omdat je de opvoeding van kinderen hoog in het vaandel hebt staan en je eigen koters verwaarlozen. Ik moet daar niet aan denken. Trouwens, ik heb ook een vrouw, een lieve vrouw, die eveneens om aandacht vraagt, terecht, want ik ben niet voor niks met haar getrouwd. Werk is fijn, maar dat geldt voor meer dingen in het leven.
“Als jij het dan zo druk hebt,” zei mijn toenmalige leidinggevende, “dan plan je je taken niet goed. Ik zou maar eens een cursus timemanagement gaan volgen.” Nee, daar had ik tijd voor. Realiteitszin was niet zijn sterkste kant. Ach, hij was natuurlijk zelf ook slachtoffer van het systeem. In zijn perceptie gold slechts één ding: de targets moesten behaald. Zo denken managers, het is een vorm van hersenverweking dat in eerste instantie het creatief vermogen aantast. Gevolgen: verkokerd denken, de eigen managementlaag als maatgevend beschouwen en bij onrust in het team een wekelijks borreluur instellen, zodat de problemen smoren in alcohol.
Ik ben niet geschikt voor het management, dus daar begin ik niet aan. Jammer dat anderen, evenmin gekwalificeerd, toch een leidinggevende baan ambiëren en uiteindelijk op zo’n chaise-du-chef terechtkomen. Met alle gevolgen van dien. Een tijdje kan dat goed gaan, de collega’s zijn coulant en beginnersfouten zijn toegestaan. Dan slaat het effect toe dat bekend staat als het Peter Principal en gedefinieerd wordt als “in a hierarchy every employee tends to rise to his level of incompetence” . Iemand die na promotie terecht komt op een positie waar hij niet meer naar behoren functioneert vanwege incompetentie.
Ik was lang in de naïeve veronderstelling dat ik van de managers visie en beleid mocht verwachten. Toen ik dat opperde in het bijzijn van iemand van de onderwijskundige staf werd er minzaam geglimlacht. Zijn “managers houden de boel draaiende, voor beleid hebben zij geen tijd” opende mij de ogen. Dat betekende dat ik met mijn ideeën om van onze pabo een taal-pabo te maken, waarmee wij ons landelijk zouden kunnen onderscheiden, bij het management aan het verkeerde adres was. Ik had mij ook al verbaasd dat van de 100 uur die ik had aangevraagd om mijn ideeën verder uit te werken en te concretiseren er slechts 20 waren toegezegd. Artikelen die ik las van andere scholen met degelijk taalbeleid meldden dat de initiatiefnemers op die instellingen juist directieleden waren. Waarom hadden ze elders wel het licht gezien en bleef het bij ons zo donker?
Inmiddels is het tij gekeerd, onder druk van de HBO-raad en door ons college van bestuur dat visie en daadkracht uitstraalt. En de lagen daaronder hebben dat vertaald in beleid. Ze moesten wel, het was een bevel. En het gekke is, er wordt nu van bovenaf naar mij geroepen: “Hé, Van Duijvenboden, doe er ‘ns wat aan, dat taalbeleid dat was toch jouw stokpaardje?” Want delegeren dat kunnen ze. Dat is les 1 van de managementcursus. Luisteren zit pas aan het einde.
Het sneeuwt, er komt geen einde aan. Ik word geroepen, of ik mee ga sleeën. O ja, het is weekend. Het gezin heeft recht op aandacht. Maandag gaan we weer verder met een klus of twee, drie, vier. Liefst tegelijkertijd.

Deze column verscheen in januari 2010 in Advies&Educatie

Geen opmerkingen: