zondag 25 april 2010

Busstoprituelen

Wie regelmatig met de bus reist, kent de busstoprituelen. Je staat bij een halte en wacht, liefst alleen – zodat het openen van de busdeur een bijzondere handeling lijkt die de chauffeur speciaal voor jou verricht – maar meestal met vele anderen, zeker tijdens de spits. Dagelijks valt mij op dat veel van die vele anderen geen idee hebben van hoe het halthouden van een bus tot stand komt. Zij staan het streekvervoertuig en masse verkeerd op te wachten. Zij begrijpen in elk geval twee dingen niet: 1. gezien de krappe tijdspanne waarbinnen de bestuurder zijn wagen van halte naar halte moet rijden arriveert de lijnbus steevast met grote snelheid; 2. een autobus is toch zeker 10 meter lang.


De groep van busonnozelen nemen hun wachtpositie in bij het midden van de bushaltestrook, of, nog dommer, aan het begin. Daar zal de deur echt nooit opengaan. Ikzelf, meestal met een klein groepje ingewijden, sta iets voorbij de putdeksel aan het einde van de strook, te wachten op Interliner 95 van Den Haag naar Noordwijk, halte Prins Clauslaan. Daar komt ie aan. Alle potentiële passagiers krijgen iets onrustigs, rugzakken worden alvast afgedaan, paraplu’s ingeklapt, kranten opgevouwen, buskaarten tevoorschijn gepakt. Het grijze vehikel draait met een vaart van tegen de 50 km/u de busstrook op, rijdt resoluut de verkeerd gepositioneerde en verblufte haltedombo’s voorbij om met de deur al openklappend net na de putdeksel en pal voor mijn persoontje tot stilstand te komen.

Met enig leedvermaak aanschouw ik vanuit de laatst beschikbare stoel hoe de busonwetenden zich ellebogend verdringen voor de ingang van de bus. Een achterhoedegevecht dat slechts wankele staanplaatsen op zal leveren.

Geen opmerkingen: