dinsdag 2 april 2013

De buschauffeuse

Het was vrijdag knap koud. In de hoofdstad trotseerde ik natte sneeuw en een ijzige noordooster. Hoewel het +2 graden was, lag de gevoelstemperatuur beduidend lager. Wintertenen speelden op, kou sloeg om het hart. In de trein van 14.12 richting Dordt had ik normaal gesproken op temperatuur kunnen komen, ware het niet dat het ventilatiesysteem blies alsof buiten een hittegolf heerste. Verjaag zo maar 's de kilheid uit beenderen.
Op station Leiden verruilde ik bibberend de trein voor het waaierige regenachtige busperron. Waar mijn bus niet arriveerde. Er gingen 5 minuten voorbij, 10. De bus had er allang moeten zijn. 15 minuten. Nog geen bus. Ik zweeg stil. Van binnen tierde ik. In gedachten schreef ik de busmaatschappij een klachtenmail waar de honden geen brood van lustten. 20! Bussen passeerden, lieten passagiers in en uit. Heel gebruikelijk bij lijndiensten. Maar mijn exemplaar zat er niet tussen. 25! De chauffeur die zo direct zijn vehikel zou voorrijden was nog niet jarig! Waren ze besodemieterd bij dat busbedrijf. 28!
Een bus stopte, een deur klapte open. Met stijfbevroren vingers trok ik mijn portefeuille. Ik had gewild dat het een pistool was. Het kostte geen moeite mijn woedendste uitdrukking op te zetten. Die had de kou al in mijn gezicht geëtst. Mijn OV-kaart piepte de nijdigste incheck ooit. Daar zat die ellendeling van een chauffeur. Hij moest zich schrap zetten.
Hij?
Ze had prachtig blauwe ogen, ronde rode konen, zacht krullend haar. Niet dat ik het had aangeraakt. Het moest zo voelen, dat kon niet anders. Ik wilde met mijn ijskoude fikken door haar warme kapsel kroelen. Als blikken konden ontdooien, dan deed de blik van deze chauffeuse dat. Ze vroeg: "Zal ik je dan maar naar huis sturen?" Antwoorden was overbodig, tutoyeren toegestaan.
Ze reed stevig door, lachte naar mij via de spiegel. Verbouwereerd hing ik op mijn bankje en liet haar begaan. We passeerden halte na halte, zelfs de mijne. Reden mijn wijk in, namen stegen en straatjes, drempels en bochtjes. En na de rotonde die met de auto al lastig was, parkeerde ze pontificaal op mijn stoep. Voor de deur.
"Mijn dienst zit erop," zuchtte ze. Bij het uitstappen voelde ik haar hand op mijn schouder. "Check je echt uit?" Het apparaat piepte vals. De echo bleef galmen in mijn oren. Buiten wachtte de bijtende kou. Ik draaide me om, keek van mijn hand met de buskaart naar de chauffeuse die haar haar had losgemaakt. Verwachtte ze, dat ik, nog maar net uitgecheckt, nu weer in zou checken?




Geen opmerkingen: