
Genoemde muziek maakt deel uit van mijn muzikale canon. Twee andere elpees die via mijn zus’ collectie in de mijne belandden, legaal overigens, maakten nog diepere indruk, ze hebben mijn brein definitief aangetast. Ik was twaalf toen de naald van de Dual-platenspeler door de groeven van Grantchester Meadows gleed en de religie die bekend staat als Pink Floyd mij greep. Voor het eerst in mijn leven hoorde ik hoe voetstappen op een trap en het doodslaan van een bromvlieg werden verheven tot muziek, hoe Eugenes gegil, die gemaand werd voorzichtig te zijn met de bijl, door merg en been sneed.
De langharige magiërs van de ongehoorde klanken op de hoezen van Ummagumma en Meddle keken mij indringend aan. Er was geen weg terug.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten