zaterdag 9 juni 2012

Keuzes

'Zo, u bent weer helemaal het heertje,' zei de verkoopster in het roze mantelpak, terwijl ze de kassabon naar me toeschoof. Ze keek triomfantelijk, een tikje arrogant zelfs, alsof ik haar adviezen ter harte had genomen. Maar ik had gewoon genomen wat ik zelf wilde. Als onderdeel van mijn nieuwe levensmotto "houd het leven in de greep, voor het leven jou in de houdgreep neemt". Ik was de kledingwinkel vol zelfvertrouwen binnengelopen met het vooropgezette plan pas weer naar buiten te gaan in een compleet nieuwe klof. In een linnen zomerkostuum, roomwit met bijpassende sokken en eronder een nieuwe onderbroek. Misschien een frivool rieten hoedje.
Ik liep de roze kamerolifant direct tegen het lijf toen ik de deur achter me sloot. Ze gaf me nauwelijks tijd voor oriëntatie op de rekken, maar blokkeerde mijn weg en blikveld. 'Kan ik u van dienst zijn?' Ze lachte haar gebit bloot tot op het ingevallen tandvlees en wierp een lange blonde vlecht van voor naar achter over haar schouder. Mijn twijfelachtige nee klonk als een ja, dus drong ze zich verder op. Ze wees naar een rek rechts en een rek links. 'Oud en nieuw. Oud is uitverkoop.' De vlecht gleed terug naar voren.
Ik dacht aan de bezuinigingen. Ik dacht aan de verhoging van de belastingen. En aan de reparatie van de auto. Ik keek bij uitverkoop, oud. De colbertjes met de mouwstukken, de broeken met de scherpe vouw. 'Dat is een heel mooi kostuum,' lispelde zuurstok in mijn oor. 'Die €200 is een koopje, neem dat van mij aan.' Dat was het laatste wat ik wilde, iets van haar aannemen, maar voor ik het wist, stond ik dat pak te passen in een benauwd hok. De onbestemde kleur maakte me nog bleker dan ik al was. Dit was niets.
'Het staat u schitterend. U heeft natuurlijk uw figuur mee.' Haar knipoog was te vet. Ze wierp de vlecht naar achteren. 'Wat vindt u er zelf van?' In de manshoge spiegel zag ik een sloeber in een slobberpak. Ik was onnatuurlijk breed. Mijn voeten waren verdwenen in de pijpen, mijn handen in de mouwen. Ik moest doorpakken nu, resoluut zijn, helder ook. 'Tja,' zei ik. De stilte die volgde werd direct opgevuld door de verkoopster met haar vlecht die als een slang rustte op haar robuuste rondingen. 'Krijgt u er van mij dit overhemd bij voor 5% goedkoper.' Ze drapeerde het lelijkste shirt van het westelijk halfrond over het rek. 'Het is toch geen viscose?' sputterde ik nog tegen, tegen beter weten in, 'want dat verdraag ik niet.' 'Viscose? Bent u mal? Voor die prijs? Dit is 120% nylon! Helemaal hip. Dat kunt u hebben. Maatje 54, precies goed. Doen?'
Mijn schudden legde ze uit als knikken. In het pashok bekeek ik me nog eens goed. Het viel uiteindelijk best wel mee. En hoe vaak droeg ik nou een pak. Met Kerst misschien, met Pasen soms. Maar Pinksteren vierde ik meestal casual. En dat overhemd misstond niet op mijn werk. Ik moest dit maar doen. Niet vanwege dat mens, maar gewoon, omdat mannen pakken kopen. En standvastig keuzes maken. Ik nam geen onderbroek en geen frivool rieten hoed. Zo!

Geen opmerkingen: