woensdag 13 februari 2013

De smaak van Paradontax

Voor mij in de rij bij de kassa stond een vrouw in een lange donkergrijze winterjas. Ik keek op haar rug, hetgeen een goede inschatting van haar leeftijd bemoeilijkte. De jas maakte oud, maar dat zei niets. Ik had vrouwen gezien in kleding - bloemetjesjurken, vleeskleurige panty's, plooirokken - die er uit zagen als 80, maar in werkelijkheid nog geen 40 waren. Vanonder haar muts staken blonde haren. Toen het haar beurt was, draaide ze zich naar de caissière en zag ik haar en profile. Tussen de 30 en 40 schatte ik, maar tussen de 35 en 42 had ook gekund. Het bleef moeilijk. Haar gezicht werd gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door een witte sjaal. Ze kocht tomatensoep in een zak, vanillevla en tandpasta - Paradontax met fluoride. Ik dacht aan de zoute smaak van Paradontax in haar mond.
Wat ik op dat moment niet kon bevroeden was dat dit de vrouw was met wie ik zes jaar later, of eigenlijk zeseneenhalf jaar later, een vreselijk meningsverschil uitvocht. Het was zeg maar gewoon een ordinaire ruzie. We zouden vreselijk tegen elkaar tekeergaan. Ik zou weglopen, midden in de nacht en haar laatste woorden waren: 'Ja, loop jij maar weer weg, stomme klootzak.'
Als ik had geweten dat het zo zou lopen had ik dan ook mijn mesjes, scheerschuim en chocoladevla tussen haar boodschappen op de band gezet? De caissière zette toen al haar vraagtekens.

Geen opmerkingen: