Door A.L. Snijders persoonlijk op m'n bloesje geprikt, de eervolle vermelding voor het stuk hieronder, een gerycled verhaal dat in een oude versie ook al op dit weblog staat. Komt ie:
Meer niet
Het
was vrijdagmorgen en wij zaten aan tafel. Het was nog geen voorjaar. Dat wil
zeggen: er vlogen geen vogels rond op zoek naar takjes, de temperatuur was
redelijk, de zon veroorzaakte lange schaduwen op het parket. Uit onze
theekopjes sloeg damp, Syd Barrett klonk, meer niet. Dat moet je geloven. Wij
spraken niet, wij nipten niet aan de kokendhete thee, wij ademden nauwelijks.
We lachten niet en keken niet somber of verdrietig, we dachten nergens over na.
We kwijlden niet. We proefden elkaars lippen niet, keken niet verwonderd, slepen
geen punten aan potloden en, belangrijk, geeuwden niet. Er was rust, want wij
bewogen niet, fluisterden niet. FLUISTERDEN zelfs niet. Bewogen niet? Goed,
heel even, later, toen de thee minder heet was geworden schoof zij haar hand
over haar borst. Dat had niets te betekenen, geloof me. Boven tafel gebeurde
niets. Wij dronken niet van onze thee. Wij kauwden geen koekje en roerden niet
in de thee. Suiker gebruikten wij niet. Ik kan niet verklaren waarom er aan
haar volle onderlip een boterkoekkruimel hing. Wij hadden niet eens boterkoek in
huis, dat zweer ik. Wij konden zo lang blijven zitten, wilden dat best doen -
ik spreek niet alleen voor mijzelf, ook voor haar. Ik neem haar niets kwalijk.
Zij mij trouwens ook niet. Zij knoopte haar blouse los, meer niet. Maar met het
verstrijken van de uren werd het koeler en de thee koud. Ik had haar buik
kunnen strelen, haar ogen dicht kunnen doen. Als ik wilde had ik op het glazuur
van haar tanden kunnen tikken. Het leven biedt talloze kansen, meer kopjes thee
en dreiging alom. Het is fijn te zitten, te denken ooit gelukkig te worden.
Meer niet.
2 opmerkingen:
Daar word je stil van.
Mooi!
Een reactie posten