woensdag 26 november 2014

Sigaretten halen 185

Commissaris Turlings had geen weet van de dubbele agenda van wachtmeester Jacobi. Hij vertrouwde hem volkomen. Hij maakte dan ook geen geheim van zijn relatie met stagiair Stutterheim. Juist naar Jacobi toe was hij daar heel open over. Jacobi wist dat hij - tegenwoordig - van de herenliefde was. Hij had er niet moeilijk over gedaan toen Turlings het hem vertelde.
'Mondje dicht hierover tegen de rest van het bureau, Jacobi,' had Turlings aangegeven. Het hoefde ook weer niet aan de grote klok worden gehangen. Maar hij vertelde het Jacobi ook om hem een beetje te paaien. Dat hij iets mocht weten wat de rest niet wist. 
Jacobi reageerde laconiek op Turlings uit-de-kast-komen. 'Ach,' had hij gezegd, 'de ene dag eet je wit brood en de volgende bruin, wat maakt het uit, als er maar iets lekkers op zit.' Die libertijnse opvatting had Turlings niet verwacht van Jacobi en daarom waardeerde hij het des te meer.
Anders dan die woorden deden vermoeden begreep Jacobi er eigenlijk geen snars van.  Als er iemand homofoob was, dan was het Jacobi. Bovendien kende hij Turlings' inmiddels ex-vrouw Sofie ook. Van de telefoontjes naar het bureau, maar ook van in het echt. Dat wijf had alles wat een kerel kon wensen. Dat ze bij die chagrijnige oude Turlings weg wilde, kon hij snappen, want zij kon elke kerel krijgen. Als ze wilde. En op een bepaald moment wilde ze dat. Pech voor Turlings. Gewoon een wet van de natuur. Waar Jacobi nog het meest van walgde was dat hij ondergeschikt diende te zijn aan een homo. Nee, nog erger, aan een ex-hetero. Dat waren de ergsten.


Geen opmerkingen: