donderdag 9 december 2010

Vanmorgen iemand flauwgevallen

Zat ik vorige week in een trein zo vol, dat wanneer ík mijn boekje opensloeg, de man naast mij zijn boekje moest sluiten –hij Tikkop van Van Dis, ik Nederland leest 2010: De grote zaal, geen leesvoer voor gedeprimeerden – vanmorgen was het zo mogelijk nog voller. Het was zo druk, dat iemand flauwviel. Ik hing halverwege het trapje richting onbereikbaar compartiment en kon vanuit mijn lage gezichtspunt tussen het woud van benen van medepassagiers door zien hoe een jonge vrouw van vermoedelijk nog geen dertig wegzakte op de vloer. Voor zover mogelijk weken omstanders uiteen.
‘Mevrouw, mevrouw, kunt u met uw hoofd mijn hand wegduwen?’ werd er geroepen en voor wie het weten wilde, volgde een verklaring: ‘Als ze met haar hoofd duwt stijgt daar de bloeddruk .’ ‘Heeft iemand suiker of zo?’ riep een ander. Een sportief type schuin boven mij met Unox ijsmuts diepte een aangebroken rol snoep uit zijn broekzak. Nog een toer om het daar uit te krijgen met al die mensen. Daar ging het, als een rolletje King door de kerkbank.
Zo redden we daar een vrouw, nog geen dertig jaar, in de bloei van haar leven. Ik zag haar het snoepje in haar mond doen. Bij Schiphol stapte ze op eigen kracht uit. Een beetje bleekjes nog.

Geen opmerkingen: