donderdag 9 januari 2014

Heren van de thee vs dame van de salade


Ik las 'Heren van de thee', of deed in elk geval alsof. In werkelijkheid gluurde ik onopvallend over de rand van mijn boek. De vrouw, ik schatte haar rond de 30, ontdeed zich omstandig van haar paarse mantel en onthulde daarmee haar voluptueuze vormen. Ik overdrijf niet, maar mijn taille was dunner dan haar rechterbovenbeen. Ik vroeg mij af hoe iemand zo dik kon worden. Het antwoord kwam vanzelf, terwijl de trein naar Heemstede rolde.
Om mijn lezen geloofwaardig te houden, sloeg ik om. Via het raam zag ik de dame het tafeltje vullen met een zak met acht zachte witte bollen en een gezinsverpakking eiersalade. Geroutineerd verwijderde ze het cellofaan en opende de zak brood. Wat volgde was voorspelbaar, maar deed alsnog mijn mond openvallen. Dat hoofdpersoon Rudolf Kerkhoven Nederlands-Indië had bereikt deed even niet ter zake. Mijn gedachten werden in beslag genomen door een bolletje dat diep in de salade verdween, ondergeduwd als een kind in het zwembad. Ook de mond van de vrouw viel nu open. Even meende ik haar bungelende huig te zien. Toen vulde de holte zich met het verzadigde brood. Onwillekeurig maalden mijn kaken een paar keer mee. Tot ik mezelf hervond en een halfslachtige poging deed me door Haasse af te laten leiden.
We hadden station Leiden nog maar koud achter ons gelaten of kadetten en salade waren al voor de helft genuttigd. Vingers en lippen ondergingen zorgvuldige aflikbeurten, de rug van de hand diende om de kin te reinigen. Ik begon voor de vijfde maal bovenaan bladzijde 78.
Het was tijd voor de volgende gang. Bollen en eiersalade verdwenen in een tas waaruit nu een bak groene druiven tevoorschijn kwam. Er schoot mij een woord te binnen toen ik die vrouw druif na druif naar binnen zag werken: verorberen. Zij verorberde in korte tijd een tros vergelijkbaar met het exemplaar dat Jozua en de zijnen aangetroffen hadden in Kanaän. Na iedere druif spoog zij de pitten in haar hand die ze leegschudde boven de openstaande prullenbak. Snel-verorberen, dat was het, een discipline die het ooit tot Olympische sport zou schoppen.
Na de druiven bleef het betrekkelijk rustig. Uitbuikend bestudeerde mijn gezette reisgenoot haar smartphone en ik las. Op het moment dat ik de witregel naderde halverwege pagina 78 dook ze plotseling in haar tas. De plastic zak die eruit kwam was groen, groot en ritselde zo intrigerend, dat weerstand bieden aan openmaken zinloos was. Ze rukte hem ongegeneerd open met haar tanden. Haar worstvingers gingen erin om als gevulde vuist weer op te duiken. Zeker vijf Marsen vielen op het tafeltje. Haar eerste happen gingen gepaard met een zacht gekreun. Ze kauwde smakkend met open mond, haar ogen dichtgeknepen van oprecht genot.
Het was kwart voor acht in de morgen toen we station Heemstede naderden. De trein minderde vaart. ‘Heren van de thee’ was dichtgevallen.


Geen opmerkingen: