maandag 6 januari 2014

Tijdbom


Uiteindelijk liep het mis.
Overmatig geritualiseerd bereikte hij het nieuwe jaar. Halloween niet eens meegerekend, want bij die gelegenheid had hij zich beperkt tot het plompweg pompoen plaatsen naast de voordeur. Nee, de aankomst van Sinterklaas, daar was het allemaal mee begonnen. Of eigenlijk al met het sinterklaasjournaal van Dieuwertje Blok dat als een heraut aan het heilig arriveren voorafging. Maar zodra de man met de mijter voet aan land zette, was er geen houden meer aan geweest. Het zetten van de schoen, het inkopen van cadeaus, het schrijven van gedichten, het maken van surprises: de opmaat naar de ultieme pakjesavond met speculaasbrokken, pepernoten, banketstaaf, marsepein en chocoladeletters. Omdat echte rituelen door de maag gaan. Zoet zijn. Dik maken. Zodat het eerste goede voornemen voor het volgende kalenderjaar - nog zo'n rite - gestalte kon krijgen: afvallen.
Het vertrek van de oude baas bracht Kerst in beeld. Het kopen, neerzetten en optuigen van de boom. Het van lieverlee kerstfähig interiëren van de ganse woning. Hij had er bijkans een dagtaak aan. Het was dat hij gewoon moest werken overdag en er dus niets anders op zat dan er de lange donkere avonden aan te spenderen. Het was soms nachtwerk geworden. Maar toen hij eenmaal vrij was, kon de kerststress pas echt voluit. Van inslaan naar opslaan, van opslaan naar bereiden, van bereiden naar serveren, van serveren naar nuttigen. Dit alles ter verhoging van de kerstsfeer. Tot aan het plafond liefst. In de geur van walmende waxinelichtjes. Bolbuikig hangend op de bank voor de buis met Mary Poppins of Home Alone, terwijl moeizaam malende kaken nog één kransje vermorzelden. Het was allemaal zó de moeite waard.
Daarna belandde hij in het tijdsgewricht tussen de geboorte van Christus en de geboorte van het nieuwe jaar. Een waar interbellum opgevuld met de Top2000, de Slimste Mens en jaaroverzicht na jaaroverzicht na jaaroverzicht. Tot het onvermijdelijke slotoffensief aanbrak van oliebollen, appelbeignets, kwarkini's en het vuurwerk, het knalritueel van de randdebielen dat hij het liefst meed, maar als het kwam - en komen deed het - door hem met verbijstering werd gadegeslagen vanachter de veilige vensterruit. Hij nam nog één oliebol, nog één glas champagne, wenste deze en gene het allerbeste en dook vervolgens murwgevierd zijn bed in. Nog slechts luttele rituelen restten de volgende ochtend: de nieuwjaarsduik (verplicht, koud, nat), het gelukkig-nieuwjaar-wensen bij familie en vrienden en het ontmantelen van zijn kersthuis.
Nu was het al die tijd goed gegaan. Hij had zich kranig gedragen van Sint tot Nieuwjaar. Tot en met het terugleggen van de ballen was er niets aan het handje. Tot de wirwar van het kerstboomverlichtingssnoer. Daar had hij, na zeker een uur ontwarren het liefst de schaar in gezet. Hij deed dat niet, net niet, veel scheelde het niet. Wel propte hij de onontwarbare kluwen, met het zweet parelend op zijn voorhoofd, onder in, diep onder in de doos met kerstversiering. Waar het als een tijdbom bijna een jaar lang uit het oog - uit het hart - tikkend opgeborgen zou zijn. Om een kleine twaalf maanden later tot ontploffing te komen. Met alle rituële gevolgen van dien.

1 opmerking:

Leendert de Vink zei

Ongelooflijk, dit verhaal is helemaal waar.