woensdag 28 mei 2014

Sigaretten halen 3

Zus Bennekom besefte te laat dat ze vreselijk fout zat. Pas toen Fred Janssen, de man van wie de vrouw verdwenen was, de bibliotheek uitliep, het hoofd licht gebogen, zag ze in hoe dwaas ze had gehandeld. Ze had hem de boeken laten vergoeden die hij onmogelijk terug kon brengen. ‘Ze liggen hoogstwaarschijnlijk op een nachtkastje aan de Côte d’Azur,’ had hij gesputterd. Met zachte stem. Onafgebroken glimlachend, geduldig en vriendelijk. De handen hulpeloos geheven met de binnenkant naar boven. Zachte roze palmen, de handen van iemand die met zijn hoofd werkt. Ze had die heerlijke handen gemeden en die fijne blik omzeild door zich zenuwachtig op het beeldscherm te richten. Met de rekenmachine maakte ze de rekening op: nieuwprijs van de boeken minus 20% afschrijving.  De standaardprocedure. Hij betaalde zonder morren. Zijn lange slanke vingers trokken biljetten en munten uit een zwartlederen portefeuille. Hij zei ‘alstublieft’ en bood zijn excuses aan voor het ongemak.
Ze had achter hem aan willen rennen, maar durfde niet.