zaterdag 14 maart 2015

SH 292

In de auto van haar vriend Bart reed An van Antwerpen met hoge snelheid Artignosc-sur-Verdon binnen. Ziekenhuisarts Claude Samedi, die naast haar zat, kon haar pittigheid wel waarderen. Hij had die leren kennen tijdens de doorwaakte en heftige nacht die ze samen hadden doorgebracht in het krappe logeerkamerbed van het ziekenhuis van Digne-les-Bains. Het was lang geleden geweest dat een vrouw hem tot zulke topprestaties had kunnen brengen. En merkwaardig genoeg voelde hij zich ondanks die inspanningen uitermate fit. Het moest de aanstekelijke energie zijn die An uitstraalde. Hoewel ze hier in dat kleine dorpje natuurlijk op moest passen met de snelheid die ze uit de Audi peurde. De straatjes waren smal en bochtig. Gelukkig was het nog vroeg, het dorpje verkeerde nog in diepe rust.
'Koffie?' stelde An voor. Ze reed de auto zonder het antwoord af te wachten een parkeerplaats op van een cafeetje waarvan de deur hoopgevend openstond. De eigenaar, nog met slaperige dikke ogen, was bereid de vroege gasten van koffie te voorzien. Claude en An namen plaats aan een tafeltje bij het raam.
'En wat gaan we nu precies doen?' Claude pakte Ans handen vast. Ze had zelfs nog tijd gezien haar nagels te lakken. 
'We gaan naar een villa een eindje verderop in het dorp. De eigenaar is mij nog geld verschuldigd.'
Nog geen dag geleden was ze ook in dit dorp geweest, toen nog met Bart, die stuntel. Die had het bijna voor elkaar gekregen zijn mannelijkheid te verliezen op het hek van de villa. Met Claude zou dat anders gaan. Claude was van een ander kaliber, dat had ze afgelopen nacht wel gemerkt. Alleen al zijn armspieren. Hij zou zich niet gek laten maken door een gietijzeren toegangshek. Hij zou er helemaal niet overheen klimmen. Hij zou het gewoon uit de scharnieren lichten. Zodat ze daarna gewoon met de auto tot de voordeur konden rijden.

Geen opmerkingen: