dinsdag 28 februari 2012

De conciërge

In zijn stofjas, met zijn glimmende achterovergekamde zwarte haar bivakkeerde de conciërge in zijn hok. Hij kwam er zelden uit. Voor het rondbrengen van de koffie en thee, voor het legen van de prullenbakken, voor het wegzetten van de metalen rolcontainer. Dat kostte het mannetje onnoemlijk veel kracht. Met kromme rug, diagonaal gestrekte benen, de handpalmen en gespreide vingers op de zijkant duwde hij de volle bak centimeter voor centimeter vanuit het fietsenhok over het schoolplein met de kastanjeboom door het hek naar de stoeprand. Als ik hem zo vanuit mijn bovenlokaal zag ploeteren kreeg ik de neiging tegen de kinderen te zeggen dat ze hun afval maar mee naar huis moesten nemen. Meneer Bey kon wel eens bezwijken onder het gewicht van ons vuil. Wilden we dat op ons geweten hebben? Ik bewonderde die man. Hij deed zijn best, maar hij kon niet zoveel. Hoewel, hij was schaakkampioen van de stad Leiden geweest. En hij zong. En hij was de broer van Mary Servaes-Bey die zong zonder naam.

1 opmerking:

Anoniem zei

En hij kreeg 21 jaar na zijn dood nog een fansite ook: jerrybey.nl. Leendert