zondag 30 november 2014

Sigaretten halen 189

Dagobert Bijleveld dacht zichzelf te kennen. Nu hij gefrustreerd werd door zijn eigen leidinggevende, juist nu hij zo goed bezig was, had het hem woedend moeten maken. Zo had hij zijn leven lang gereageerd op frustratie. Maar hij was doodkalm. Voor het eerst in jaren had hij uitgeslapen tot over tienen en toen hij wakker werd, had hij niet - zoals tot dan toe altijd - zijn gedachten vol van werk. In plaats daarvan was er heel veel Elly Sprenkelbach-Meijer in zijn hoofd. Met zijn handen onder zijn hoofd en zijn hoofd op het kussen keek hij naar het plafond. Hij dacht minutenlang aan Elly. Hij kon aan niets anders meer denken. Aan hoe ze eruitzag, hoe ze praatte en hoe ze deed. Hij zou straks naar haar toe gaan. Dan zou hij haar waarnemen met al zijn zintuigen. Hij verheugde zich enorm op het wederzien. Wat was het slim geweest om elkaar vannacht juist niet te zien. Het was zo fijn om te verlangen.

Geen opmerkingen: