dinsdag 4 november 2014

Sigaretten halen 163

'Monsieur?' De eigenaar van het hotel gaf geen blijk van herkenning. Het was dan ook zeker tien jaar geleden dat Benny hier met zijn moeder bij dezelfde receptie had gestaan. De hotellobby kwam overeen met Benny's herinneringen en zelfs de man die hem ontving, herkende hij als de hotelbaas. Niet eens zozeer vanwege zijn onberispelijke uiterlijk - strak in pak, haar glad achterover gekamd, verzorgd gebit, net als toen - maar meer door zijn kruiperige manier van doen dat voor beleefd diende door te gaan. Zijn lispelende stem, zijn voortdurend tegen elkaar wrijvende handen, de knikkende hoofdbeweginkjes, de formele glimlach. Waarom deed hij zo, vroeg Benny zich af. Wist hij niet dat hij zo deed? Of zo op anderen overkwam? Benny had allang besloten hier te overnachten. Een zakelijke benadering, vriendelijk maar doeltreffend, had volstaan. 
Nadat hij was ingecheckt informeerde Benny naar Theo Dubbelburg. 
'Ah, Theo!' Le patron dikte zijn glimlach nog wat verder aan. Theo had de nacht doorgebracht met een ronduit adembenemende blondine, knipoog, knipoog. Daar was hij ook mee vertrokken, nieuwe knipoog. Die kon Theo maar beter niet meer laten gaan, dubbelzinnig lachje. 
'Maar waar zijn ze heen gegaan?' vroeg Benny in zijn beste Frans.
De hotelbaas haalde zijn schouders op. Hij keek er sip bij als een tweederangs mimespeler. Maar wacht eens, bedacht hij zich, op de kamer was wel het huurcontract van madams auto gevonden. Misschien kon meneer daar iets mee?

Geen opmerkingen: