zaterdag 1 november 2014

Sigaretten halen 160


Op het moment dat Richard door de glazen schuifdeuren het hotel verliet, reed er net met hoge snelheid een ambulance voor. Hij wist voor wie ze kwamen. De broeders die uit de ziekenauto sprongen hadden er daarentegen geen flauw idee van dat de man met de pet die ze passeerden de patiënt was voor wie ze kwamen. Zelfs zijn zwalkende loopje ontging ze, maar ze hadden het dan ook druk met het uitladen van de brancard.
Ongestoord bereikte Richard de parkeerplaats. Nadat hij bij vier auto's zonder resultaat aan het portier had gevoeld, had hij succes bij een oude grijze Volvo met een Belgische kentekenplaat.. Hij stapte in, morrelde wat aan de bedrading onder het dashboard, startte en reed weg. Verschillende stralen bloed liepen onder zijn pet vandaan de bevlekte boord van zijn overhemd in. Hij was misselijk als een kat.
Op kamer 313 vonden de ambulancebroeders Claire le Blanc, medewerkster van het hotel. Ze was flauwgevallen, nadat Richard met zijn mes in één haal haar uniformbloes had open gesneden.

Geen opmerkingen: