maandag 10 november 2014

Sigaretten halen 169

Die dag in Marseille was een top in het leven van Jeanne en Benny. Geen van tweeën was ooit gelukkiger geweest. Zo zeiden ze dat tenminste tegen elkaar. Misschien bedoeld om de top nog hoger te maken. Een typisch menselijke eigenschap die voorkomt uit het droevige gegeven dat de mens steeds maar streeft naar meer. Mooi is nog niet mooi genoeg. Maar wie de top bereikt kan daarna alleen nog maar naar beneden. Tenzij de top een hoogvlakte blijkt te zijn. Dan kun je even vooruit met de vergezichten. Maar voor hoe lang?
De klad in de relatie tussen Benny en Jeanne kwam er snel in. Om precies te zijn na enkele uren al, toen Jeanne zichzelf aangeschoten had gedronken tijdens het diner met Carl en Benny's moeder terug in het hotel. Toen Benny's moeder vroeg wat zij voor de kost deed, moest Jeanne zo nodig openhartig zijn. Ze negeerde Benny's signalen die moesten leiden tot een diplomatiek antwoord en noemde zichzelf ronduit hoer. Benny's moeder had net een slok rode wijn genomen die ze na het antwoord als een tuinsproeier over tafel liet gaan. Een waaier van rode druppeltjes daalde neer op het witte tafellaken, de borden en het witte linnen pak van Carl die niets merkte. Jeanne hield het niet meer van het lachen. Tot grote ergernis van Benny die zich een houding probeerde te geven tegenover zijn moeder die woedend zijn kant op keek. Ze sprak gelukkig Nederlands toen ze zei: 'Dat zal toch niet waar zijn, Benny, toch geen hoer?'

Geen opmerkingen: