zaterdag 25 april 2015

Drie vierendertig


'Pssst, Paul!' Het klonk vanuit een donker steegje dat naar een portiekwoning leidde. Het kostte Paul enige moeite om te ontdekken wie hem aansprak. Het was die ouwe Alain.
'Ga je naar huis?' Hij keek schichtig om zich heen.
'Hoezo?' Paul had hier geen zin in. Alain wilde hem natuurlijk uithoren over zijn bezorging van de sigaretten. Wilde hem waarschijnlijk triomfantelijk laten weten dat hij al uten thuis was. Dat hij blij was dat hij de route van Paul niet had gekregen.
'Hij zit bij jou thuis.' Hij knikte in de richting van Pauls huis.
'Wie bedoel je?' Dit vage gedoe irriteerde Paul. Alain riep sowieso ergernis op. Was het niet met onduidelijke gewauwel, dan was het wel door zijn negativiteit.
'De ronselaar, natuurlijk. Wie anders? Je bent uren te laat. Ze denken zeker dat je ervandoor bent met de smokkelwaar.'
'Wat een onzin, Alain, ik ben gewoon een beetje laat misschien, maar ik zat ook helemaal in Digne-les-Bains en Artignosc-sur-Verdon. Zit die vent bij mij binnen?'
Alain knikte driftig en toverde een grijns op zijn gezicht. 'Claire houdt 'm al uren bezig. De tijd van koffiedrinken zal toch wel voorbij zijn?'
Paul had hem het liefst op zijn smoel willen slaan. Hij hield zich in en versnelde zijn pas huiswaarts.

Geen opmerkingen: