woensdag 8 april 2015

Sighal driehonderdenzeventien


Het was de kunst om van het kantelmoment een rolmoment te maken, bedacht Benny. Dan kon hij zomaar weer bovenop komen te liggen. Hij dacht aan vechtpartijen vroeger op het schoolplein, waarbij de vechtenden rollend over het schoolplein gingen. Dan lag de een boven, dan weer de ander. De rest van de school stond er juichend omheen. Eindelijk echt vertier. Tikkertje bleef toch maar tikkertje. Eens kijken hoe Anna zou reageren op het volgende.
'We hebben Martha.' Hij lastte een pauze in om te zien hoe verbluft ze zou zijn. Maar het liet Anna ogenschijnlijk onberoerd. Hij herhaalde de opmerking met iets meer dictie: 'Wij hebben Martha. We willen voorkomen dat Martha nare dingen overkomt. Dat kunnen we regelen. Dat kan ik regelen. Mister Marlboro himself heeft het voor het zeggen, Anna Zeven.'
Gewerenmans bleef ondertussen hinderlijk in de buurt. De tuin was opvallend insectloos, maar die vent met de dubbelloops was storender aanwezig dan een zwerm vliegen.
'Laat die vent even opzouten, alsjeblieft. Straks gebeuren er nog ongelukken. Als mij wat overkomt, kan ik niet meer instaan voor de veiligheid van Martha.'
Wat hij ook zei, Anna bleef hem onaangedaan aankijken. Sterker nog, het villeine lachtje dat op haar gezicht lag, leek voorlopig niet te verdwijnen.
'Wat valt er te lachen. Je vindt de situatie niet ernstig genoeg?'
Ze schudde haar hoofd. 'Moet je luisteren Benny Marlboro. Als je helemaal naar Artignosc-sur Verdon afreist om te bluffen moet je het wel goed doen.'
'Bluffen? Wie heeft het over bluffen.' Benny kneep zijn ogen tot spleetjes. 'Ik hoef maar met mijn vingers te knippen en Martha Janssen is er geweest.'
'Dat lijkt me stug,' antwoordde Anna, 'want Martha Janssen dat ben ik.'

Geen opmerkingen: