zaterdag 2 augustus 2014

Sigaretten halen 65

Het was een paradoxaal gevoel, maar ondanks de angstaanjagende omstandigheden had Zus het idee dat haar leven was gaan bruisen. In een dag tijd was haar saaie bibliothecaressenbestaan veranderd in het dynamische leven van een hoofdpersonage uit een literaire thriller. Waarin doden en gewonden vielen, maar waarin het goede het kwade overwon. Althans in de meeste boeken die zij las, ging dat zo. Straks zou Fred Janssen haar bevrijden uit deze benauwde ruimte met dat stinkende matras. Was het een kluis waarin ze zat? Ze droeg Freds ochtendjas en zijn badslippers, het enige wat Benny haar had toegestaan om aan te trekken. Als het aan Richard had gelegen was ze meegegaan zoals hij haar onder het bed vandaan had getrokken. Het was een ranzig mannetje, voor geen cent te vertrouwen.
Er werd aan de buitenkant van de kluisdeur gemorreld. Langzaam zwaaide hij open. Daar stond die engerd met zijn ingebakken valse grijns.
'Zo,' zei hij, 'Benny is 'm gepeerd. Hebben we het rijk alleen, jij en ik. Gezellig. Doe om te beginnen die ochtendjas 's uit.'


Geen opmerkingen: