donderdag 21 augustus 2014

Sigaretten halen 88

Het duurde even eer agent Knapen een verpleegkundige had gevonden die gelegenheid had zich te buigen over de plasnood van Richard the Knife. Toen hij en de broeder arriveerden bij kamer Z0.14 stond de deur wagenwijd open. Dat voorspelde niet veel goeds. Agent Knapen voelde aan zijn water dat er iets flink mis was. Hij stormde de kamer in en zag het lege bed. De deken en het laken lagen op de grond. Aan de spijlen bungelde de lege handboeien. Iemand, misschien The Knife zelf wel, had ze weten los te krijgen. Hoe dat in een godsnaam mogelijk was daar kon Knapen geen zinnig antwoord op geven. Als een dolle begon hij de kamer te doorzoeken. Hij keek achter gordijnen, onder het bed, in de kast, achter het kamerscherm. Niets niemendal. 
'Nou,' zei de broeder die Knapens nerveuze zoeken rustig gadesloeg, 'ik hoor het wel als de patiënt weer terecht is.'
'Man,' foeterde Knapen in paniek, 'snap je dan niet dat het om een gevaarlijke crimineel gaat die hier spoorloos is verdwenen! Het laatste wat we kunnen gebruiken is jouw onverschilligheid. Kom op, erachteraan, hij kan niet ver zijn.' Agent Knapen rende de gang weer op waar hij bijna een patiënt in een rolstoel omver liep. De broeder kwam bedaard achter hem aan. 
'Ik rechts, jij links,' hoorde hij Knapen roepen.


Geen opmerkingen: