vrijdag 5 september 2014

Sigaretten halen 103

Beneden in de woonkamer was de medewerking dan beter, veel nieuws wist Elly Sprenkelbach Meijer niet uit Zus Bennekom te peuren. Het vertrouwen was er wel, maar óf Zus wist inderdaad niet zoveel, óf ze hield zich van de domme. Elly had een arm om de snikkende Zus geslagen. Ze voelde zich een oudere zus, die zich bekommerde om een jonger zusje dat verdriet had wegens een stukgelopen verkering. Of dat te streng was behandeld door onredelijke ouders. 
Zus had haar hoofd tegen Elly's schouder laten vallen en depte haar neus met een zakdoekje.
'Ik weet het niet,' sprak ze met verstikte stem, 'ik heb echt geen flauw idee wat die code moet betekenen. Ik weet ook niet wie er belde. Ja, een man met een zware stem. Ik dacht nog: die Benny is het niet, die heeft juist een hoge stem. En trouwens waarom zou die gaan bellen, nadat hij mij heeft ontvoerd.' Ze haalde haar neus op.
'We hebben een opsporingsbericht uitgevaardigd voor die Benny. Let maar op, die krijgen we zo. En z'n maatje Richard ligt in het ziekenhuis. Die hebben we dus al.'
Ze sloeg haar arm om Zus heen. Zo deed ze niet vaak een verhoor, maar het leek haar slim in dit geval de gevoelskant te kiezen in plaats van de zakelijke.
'Tegen mijn collega Bijleveld heb je beweerd dat jij en Fred Janssen al langer een relatie hadden. Heeft de verdwijning van Martha Janssen daarmee te maken?'
Heftig schudde Zus haar hoofd. 'Nee, dat was dom om te zeggen. Ik kende die hele Martha niet. Voor Fred ben ik pas gevallen, nadat ik hem boete wilde laten betalen voor boeken die hij niet terug kon brengen. De boeken van Martha. Ik heb dat mens nooit ontmoet. Ik zie haar op die foto daar. Leuke vrouw. Fred was vast wel gelukkig met haar.' Ze snoot haar neus. 
Boven klonk gelijkertijd een hoop lawaai.


Geen opmerkingen: