maandag 29 september 2014

Sigaretten halen 127

Het gesprek met Martha had Anna goed gedaan. Het gaf haar het gevoel er niet alleen voor te staan. Ze had zich dan wel op onverwacht eenvoudige manier van Theo kunnen ontdoen, de nawerking van het geweld had ze onderschat. Er was wel vaker iets voorgevallen, er was vaker geweld gebruikt, maar niet eerder had ze zo direct moeten ingrijpen als vandaag, niet eerder had ze op deze manier vuile handen moeten maken. Ze keek naar haar rechterhand die het boedhabeeld met kracht op Theo's hoofd had doen belanden. Het was dezelfde sierlijke hand die ze altijd had gehad. De nagellak was onberispelijk rood. 
Steeds als er een moment van rust was, als ze even niets om handen had - en dat had ze ook niet - was het eerste wat voor haar geestesoog opdoemde het rollende lichaam van Theo. Of was het beter te spreken van rollend lijk? Was hij door die ene klap meteen al dood geweest? Of had de val die volgde hem pas de das om gedaan? Trouwens, was hij wel dood? Lag hij misschien nog te creperen halverwege de berghelling? Ze schudde haar hoofd en nam een grote slok rosé uit het glas dat François had gebracht. Ze kon een koele kikker zijn, maar de gedachte aan een creperende man die met de dood voor ogen in de brandende zon lag, was haar teveel. Ze leegde het glas in drie gretige slokken. Vanuit het niets stond François naast haar met de fles. Hij vulde het glas opnieuw, voller dan de vorige keer en liet de fles achter. Hij verdween zoals hij was gekomen. Anna dronk. Ze probeerde zich weer van Theo te ontdoen, dit keer wilde ze hem verdrinken in haar rosé.


Geen opmerkingen: