woensdag 11 februari 2015

Sigaretten halen 261

Taco Stutterheim ontwaakte uit een nachtmerrie waarin hij was achternagezeten door een naakte man. Hij had die man met een mes om zeep geholpen – tjak tjak tjak, was vervolgens dolend door onbekende straten gaan rennen, werd neergeslagen door een vuist van rechts – rechts?, sprintte verder en dreigde ten slotte te verdrinken in het koude water van een smerig meertje. Snakkend naar adem schrok hij wakker, nat van het zweet, met kurkdroge mond. Hij was niet alleen, naast hem lag een onbekende vrouw die hem, zo scheen het op het eerste gezicht, moederlijk over de rug streelde. Daarmee week de droom uit en arriveerde de ontspanning in zijn lijf. Tot hij besefte dat hij geen pyjama droeg. Niets eigenlijk. Die vrouw al evenmin. Opnieuw begon de adrenaline te stromen. Continueerde de nachtmerrie in het wakkere deel van zijn leven? Of was dit nog steeds de slaap? Was de vrouw een wolf in/zonder schaapskleren? Zou ze hem langzaam, maar vakkundig wurgen? Of de adem afsnijden met een kussen op zijn hoofd? Hij zette zich schrap.
‘Niet schrikken, liefje, ik ben het, Laura, ik ben nog even tegen je aangekropen.’
Laura? Wie de f was Laura?
‘Voordat we de lange reis aanvaarden. Een nieuw begin van de rest van ons leven.’ Ze kwam half overeind en schudde haar hoofd. ‘Ik bedoel natuurlijk ‘als’ nieuw begin.’ Ze kreunde in zijn oor en legde een koele hand op zijn achterwerk. Taco dacht koortsachtig na. Wie was dit? Wat deed ze? Waar was hij? Hoe kwam hij hier? Wat was er gebeurd?
Terwijl de vrouw zich steeds nadrukkelijker aan hem opdrong, schoven in Taco’s hoofd gordijnen open. Vitrage, rolgordijnen, lamellen, maar ten slotte ook de velours gordijnen die het podium van de zaal had gescheiden die vol zat met publiek. En hij lag daar met die vrouw op het podium.

Geen opmerkingen: