donderdag 19 februari 2015

Sigaretten halen 270

Iedereen rookte. Dus sigaretten halen klonk niet dubieus. Dat deden ze allemaal wel eens. Weliswaar bij de plaatselijke Tabac en niet helemaal in Noord-Afrika, maar toch. En ja, die dingen waren natuurlijk veel te duur. Zeker als je moest leven van een uitkering. Dus sigaretten voor een habbekrats klonk heel aanlokkelijk.
Er stonden weer volle glazen en de ronselaar deelde sigaretten uit. Ze staken op met zijn zilverkleurige aansteker waarin een zeemeermin was gegraveerd, inhaleerden diep en bliezen krachtig uit. Dit waren mannen van stavast die misschien een biertje teveel op hadden, maar zich niet lieten kisten door een beetje werkloosheid. Bovendien was was er juist werk aan de winkel. Dat had die man net gezegd. Hij had ze geronseld, hoewel dat helemaal niet zo voelde. Ze bepaalden zelf wel met wie ze in zee gingen. Ze waren heus niet te paaien met sigaretten en bier. Maar als die peuken opgehaald moesten worden in Algerije dan wilden ze dat best wel doen. Iemand moest de klus klaren. Wat betaalde het trouwens? En hoe ging het precies in zijn werk?
De rookwolk die boven de voormalige havenwerkers hing, was dik en zwaar. Ze keken zwijgend naar de ronselaar die zijn peuk uit zijn mond haalde en aandachtig naar de vuurkegel keek.
'Wat denk je,' zei hij, 'wat rook je hier?' Ze keken naar het blauwe pakje dat uit het zakje van zijn overhemd stak.
'Gauloise, nogal wiedes,' gromde Eddy. 'Ik rook altijd Gauloise.' De anderen knikten instemmend. Ze rookten allemaal Gauloise, behalve Alain die zwoer bij Amerikaanse merken.
'Dit,' sprak de ronselaar, 'is geen Gauloise, maar toch smaakt het zo en toch zit het in een pakje van Gauloise. En daar kun je een flinke boterham mee verdienen.'
Weer zwegen de mannen rond de tafel. Alsof ze de smaak en de geur van de nep-Gauloise nog beter tot zich door wilden laten dringen. 

Geen opmerkingen: