De vreemdeling schudde zijn hoofd. Hij sprak met gedempte stem. 'Wie heeft het hier over drugs? Dit gaat niet over drugs, alleen sukkels slepen nog met drugs.' Er viel opnieuw een stilte. Pierre Flûte, de kroegeigenaar, poetste stoïcijns de bar, zijn lippen getuit alsof hij een onhoorbaar liedje floot. De ronselaar nam de tijd om de kring rond te kijken. Hij nam de mannen, zes in getal toen de teruggekeerde Alain weer plaatsnam, stuk voor stuk op. Hij keurde voor hij ronselde, leek het wel. Hij gaf de indruk niet in iedereen geïnteresseerd te zijn. Misschien vond hij Alain te oud en Eddy te kritisch. Hij aarzelde even voor hij terzake kwam. Dronk zijn glas leeg tot op de bodem en boerde zachtjes achter zijn hand. Hij keek in zijn glas toen hij weer begon te spreken. Alsof er op de bodem iets kostbaars lag.
'Sigaretten,' zei hij zacht, maar luid genoeg om door iedereen begrepen te worden. 'Het gaat om het halen van sigaretten. Bekende merken voor een habbekrats. Uit Algerije.'
Hij draaide zich weer om naar de bar. 'Pierre, nog een rondje voor de heren.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten