zondag 15 februari 2015

Sigaretten halen 266 - intermezzo

Door de toestand met Tanja Tangerine raakte ik totaal van de kook. Het was verdorie altijd wat. Als het geen alcoholverslaafde uitgever was, dan was het wel een hinderlijk aanhalige. Tanja mocht dan wel de mooiste billen hebben van het westelijk halfrond, die wogen nauwelijks op tegen haar claim op mij. Dat verstikkende bezitterige van haar zou nog 's mijn ondergang betekenen. Mijn huwelijk had ze al bijna versjteerd door zo met mijn vrouw aan te pappen dat die groen zag van afgunst toen ik thuiskwam. Op haar subtiele manier deed ze navraag naar Tanja.
'Wat is dat voor een wijf?'
Ik dacht aan de rondingen van Tanja's achterwerk, maar probeerde daarbij zo neutraal mogelijk te kijken.
'O, mijn nieuwe uitgever.'
'O ja? Waarom moest ze mij dan zonodig laten weten dat jij op je rug een pukkel hebt waaruit haartjes groeien?'
Ik haalde onverschillig mijn schouders op. Ik voelde de pukkel schuren tegen de ruwe stof van mijn overhemd. Waarom zou Tanja dat in hemelsnaam aan mijn vrouw vertellen?
'Hoe weet zij dat?'
Je kunt in zo'n geval natuurlijk gewoon de waarheid opbiechten, maar ik was niet voor niets auteur van fictieve verhalen.
'Dat kwam door haar broer.'
Mijn vrouw haalde minachtend haar neus op.
'Haar broer is dermatoloog,' loog ik. 'Ik vertelde hem over die pukkel en hij wilde daar beroepsmatig even naar kijken. Huidkanker komt veel voor, weet je. Tanja keek even mee. Ze heeft daar belang bij, ze is mijn uitgever. Als ik ten dode ben opgeschreven moet ze aan de slag met herdrukken van mijn oude werk.'
Liegen gaat mij vrij eenvoudig af. Mijn vrouw geloofde mij, hoewel ze nog lange tijd chagrijnig bleef kijken.
Voordat ik weer aan de slag toog met mijn 'Sigaretten halen' belde ik Tanja op.
'Dat moet je dus niet meer doen, Tanja. Mijn vrouw is heel wantrouwig.'
Het maakte geen indruk. Ik viel van mijn stoel toen ik hoorde wat ze zei.
'Je moet zo snel mogelijk terugkomen naar Amsterdam, Soleil, ik heb verschrikkelijk veel zin in je.'
'Dat kan niet, ik moet aan het werk, ik moet schrijven.'
'Dan zie ik mij genoodzaakt je vrouw tot in detail in te lichten over onze nacht in het NH-hotel in de Spuistraat.'
Toen ik dat hoorde, drukte ik de trut meteen weg. Chantage, alsof ik daar op zat te wachten. Verbeten begon ik te schrijven. De laatste negenennegentig verhalen van mijn feuilleton.

Geen opmerkingen: