woensdag 11 februari 2015

Sigaretten halen two six two

Nog natrillend en huilend van schrik zat Laura van Duivenvoorde voor het slaapkamerraam. Ze kon net zien hoe Taco Stutterheim om de hoek van de straat uit zicht verdween. Wat was hij tegen haar tekeergegaan. Ze had zich ernstig bezeerd toen ze tijdens zijn woedeaanval uit het bed gevallen was. Op haar bovenarm was een flinke bloeduitstorting verschenen. Ze inhaleerde diep. Gelukkig rookte ze, welke troost had ze anders gehad. De honden waren in Sjaaks appartement, Sjaak zat in het vliegtuig en verder was er niemand. Zelden had Laura zich eenzamer gevoeld.
Wat was er in die jongen gevaren? Vanwaar die plotselinge omslag in zijn gedrag? Had ze zich te veel opgedrongen? Had hij opeens ontdekt dat hij besprongen werd door een oud wijf dat rimpelig en slap in haar vel zat? Hij had zich dreigend over haar heen gebogen, nog net zo naakt als daarvoor, maar zonder enig greintje liefde of tederheid. Genoeg opwinding, dat wel, maar niet de soort waarnaar zij op zoek was. Ze las de haat in zijn ogen. Of was het angst? Zelf was ze voornamelijk bang geweest. Bang dat hij haar iets aan zou doen, dat die geheven vuisten op haar in zouden beuken. En dan dat schreeuwen. Krijsen was het. De speekselslierten hingen aan zijn kind. Tieren met consumptie, maar zonder inhoud. Wat had hij nou eigenlijk gezegd, behalve dat hij haar had uitgemaakt voor rotte vis. Uiteindelijk had hij zich omgedraaid en Sjaaks ochtendjas van de stoel gepakt en Sjaaks badslippers aangetrokken. Zo was hij de kamer en het huis uit gestormd. Zonder met deuren te smijten overigens. In tegenstelling met zijn verbaal geweld had hij pand geruisloos verlaten. Nu leek het alsof hij er nooit was geweest.
Laura stond op om het pakje sigaretten te pakken dat op het nachtkastje lag. Ze passeerde de manshoge spiegel, maar durfde er niet in te kijken.

Geen opmerkingen: