zaterdag 7 juni 2014

Sigaretten halen 13

De timing had niet beroerder kunnen zijn. Aan het begin van de werkdag, na een doorwaakte nacht – op een nachtmerrie na waarin zij naakt over een schutting moest klimmen – had Zus Bennekom haar jaarlijkse functioneringsgesprek. Doodmoe en slecht op haar gemak zat ze tegenover vestigingsdirecteur Elsje ter Veld die haar over haar rechthoekige montuur zorgelijk aankeek. Békeek was misschien een beter woord. Zus hield zich vast aan de mok gitzwarte koffie, een bak troost die haar door het gesprek moest slepen. De confronterende openingszin van Elsje voelde als een stomp onder de gordel.
‘Kind, wat zie je eruit.’
De trut. Sinds wanneer speelde uiterlijk een rol bij een functioneringsgesprek? Had dat mens zichzelf vanmorgen misschien gemist in de badkamerspiegel met dat verlopen hoofd en die achterlijke bril. Mens, wat zie je eruit. Zus’ handen trilden van ingehouden woede en machteloosheid. Een plens hete koffie belandde op haar knokige knieën die onder haar rok uitstaken. Van schrik wilde ze de beker op het bureau zetten. Wat volgde was totale wanorde. De koffie spoelde over tafel als de zee over het strand bij vloed. Om droog te blijven reed Elsje haar bureaustoel achteruit tegen de radiator waar ze met een bons tot stilstand kwam.
‘Kind, wat doe je,’ snerpte haar stem door de directieruimte.
Dat gekrijs kon Zus niet missen ook al was ze bijna bij de uitgang met haar jas half aangetrokken. 

Geen opmerkingen: