maandag 23 juni 2014

Sigaretten halen 29

Om twee uur werd Bijleveld op bureau Beeklaan verwacht. Het was net half twaalf, hij had voldoende tijd nogmaals bij Autobedrijf Janssen langs te rijden dat op zijn route lag. Er was meer te beleven dan 's morgens vroeg. Tenminste, er stond een vent voor het hek met een camera voorzien van een joekel van een telelens. Als Bijleveld het niet dacht. Het was die pitbull van De Roeptoeter. Die Soepboer. Een bijzonder onaangenaam heerschap. Dacht bij ieder lokaal nieuwtje dat hij de primeur van de wereld had. Liep voortdurend in de weg bij politieonderzoeken. Bij de overval op juwelier Tetteroo stond hij zo'n beetje als eerste in de winkel. Met z'n baggerpoten bovenop de bewijsstukken. Wat had hij hier te zoeken? Bijleveld voelde nattigheid. De stukjesschrijver zelf ook, want zodra hij Bijleveld in de gaten kreeg, begon hij terugtrekkende bewegingen te maken. 
'Wat moet jij hier, Soepboer?'
'Ik wou even een paar fotootjes schieten, Bijleveld.'
'O ja?' Bijleveld stelde zich dreigend op tussen Soepboer en zijn auto. 'En van wie dan wel? Of wou je zeggen dat je vogelaar bent geworden?'
'Dat hoef ik jou toch niet te vertellen, Bijleveld, daarbinnen zit die vent die z'n vrouw heeft laten verdwijnen.' Hij keek Bijleveld triomfantelijk aan. 'En de reden van die verdwijning zit bij 'm. Zo klaar als een klontje.'
Even was Bijleveld uit het veld geslagen. Hoe kon die plattelandsreporter zo op de hoogte zijn van de zaak Martha Janssen. Hij herpakte zich snel. Hij bracht zijn gezicht vlak voor de gluiperige tronie van Soepboer.
'Als jij één letter publiceert over deze kwestie, dan hang je, Soepboer.' Terwijl hij het zei, dacht hij: en hoe ga je dat waarmaken Bijleveld?


Geen opmerkingen: