Terwijl Bijleveld en Elly Sprenkelbach Meijer grip op de
vermissing van Martha Janssen probeerden te krijgen was hun leidinggevende,
commissaris Turlings, bezig met een zaak van totaal andere orde. Lag zijn
verantwoordelijkheid primair bij het halen van zoveel mogelijk targets – te weten het
oplossen van misdaden – hij moest ook zorg dragen voor een sterk en evenwichtig
team. Vooral dat laatste was naar zijn idee in het geding. Bijleveld en
Sprenkelbach Meijer waren te close, te klef, te veel twee handen op een buik.
Als beelddenker ontkwam hij niet aan dat beeld van die buik en die handen.
Toegegeven, samen hadden ze heel wat zaken tot een goed einde gebracht, maar
wat die twee samen hadden, verstoorde de cohesie van het team. Turlings had een
besluit genomen: overplaatsing. Hij toetste het nummer in van hoofdcommissaris De
Bruin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten