zaterdag 21 juni 2014

Sigaretten halen 27

Fred Janssen kwam tot rust toen hij samen met Zus Bennekom aan de koffie zat in het kantoortje van zijn bedrijf. De koffie was pittig en die vrouw, tja, bijzonder. Hij maakte zich zorgen over haar. De aanrijding had meer veroorzaakt dan alleen wat schaafwonden. Ze was met een stijf been naar binnen gestrompeld. Met op de achtergrond het klikkende geluid van de camera van de persmuskiet achter het hek.
Ze nipten zwijgend van de Nespresso. Af en toe vonden hun ronddwarrelende blikken elkaar waarna ze snel weer een andere kant uitkeken. Toch vond Fred het een prettig samenzijn. Hij kon zich niet heugen dat hij met Martha ooit zo had gezeten. Ten eerste dronk die geen koffie en ten tweede kon ze nooit stil zitten. Hij moest denken aan hun vakanties naar Scandinavië. God mag weten waarom ze daar steeds naartoe wilde. Zweden, bossen, meren, muggen. Zelfs dan waren er zelden momenten geweest van samen genieten. Ze koos altijd nadrukkelijk voor de ongerepte natuur en niet voor hem. Hij mocht mee op haar reisjes, zo voelde het. Hij was nuttig als chauffeur en tentopzetter.
'Heb je last van je been?' 
Ze verschoot van kleur nu hij haar zo direct aansprak. Ze zette haar mok neer.
'Het voelt niet fijn, maar ik zal het wel overleven.' Haar stem was zacht en kwam net boven het zoemen van de koelkast uit.
Ze zou het overleven, oké. Had Martha dat vlak voor haar verdwijnen ook niet gezegd?


Geen opmerkingen: