De cursus
tact had Edwin Soepboer nooit gevolgd. Die was voor het uitoefenen van zijn
beroep niet nuttig. Zijn stijl van verslaggeven kenmerkte zich door botheid. Het
was zijn gebruikelijke manier van doen. Hij kon niet anders in zijn jacht naar
plaatselijke primeurs. Hij was ingehuurd voor het harde nieuws, voor zover daar
sprake van was in het dorp. Dit keer leek het er echter op alsof hij echt iets
bij de kop had. Een vermeende misdaad, die hij, Edwin Soepboer,
sterverslaggever bij De Roeptoeter met gemak kon upgraden tot gruwelijke
criminaliteit.
Hij stond
bij het hek van Autobedrijf Janssen toen de eigenaar, die hij vaagweg kende, aan
kwam rijden. Hij drukte zijn dictafoon aan toen hij op het open raampje
afstapte. Janssen keek hem argwanend aan.
‘Bent u Fred
Janssen?’
‘Ja, wat
moet je?’
‘Klopt het
dat uw vrouw vermist wordt?’
‘Wat gaat
jou dat aan?’
‘Heeft u die
verdwijning zelf in de hand gehad?’
‘Sodemieter
op!’ Fred Janssen draaide het raampje dicht. Met de afstandbediening opende hij
het hek en gaf gas.
‘Hé,’ riep
Soepboer, ‘heb je je vrouw soms ingeruild voor die griet naast je?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten