woensdag 11 juni 2014

Sigaretten halen 17

De slappe lach van Elly Sprenkelbach Meijer werkte zo aanstekelijk dat ook Bijleveld het niet meer hield. Zijn lach daverde door de krappe dienstwagen als de donder langs een inktzwarte hemel. Elly lag kromgebogen over de bibliotheekboeken, happend naar adem. Ze keerde haar knalrode kop naar Bijleveld voor een poging tot een paar samenhangende woorden.
‘En dan moet je, moet je, moet je weten, Bijl, hahahaha, dat het sleuteltje op, hahahaha, mijn kamer ligt.' Haar stem klonk piepend hoog. Ze sloeg weer dubbel.
‘Maar,’ klonk Bijleveld afgeknepen, ‘ik heb ook niks bij me.’ Nu gierden beiden in nog hogere versnelling. Bijleveld opende met zijn vrije hand het raampje voor verse zuurstof. Een voorbijrijdende fietser blikte nieuwsgierig naar binnen.
Toen meteen daarop Elly’s telefoon ging, steeg het gieren naar een volgend hoogtepunt. Niets kon al de katalysator zijn van deze lachbui. Elly toonde haar collega de naam die op het schermpje prijkte. Dat hielp. De slappe lach bedaarde nu tot grinnikniveau, maar voor hoelang?
‘Met Elly?’ De lolligheid klonk nog voornamelijk door in de vet uitgesproken ll'en van haar naam. Voor de rest was het al behoorlijk serieus.
‘Turlings hier. Waar zitten jullie? Het is nu wel klaar met dat detectiveje spelen. Het is geen televisie. Als de wiedeweerga naar het bureau.’



Geen opmerkingen: