woensdag 1 oktober 2014

Sigaretten halen 129

Achterin de garage, bij de tuinspullen, stond een oude hark die Anna stevig bij de steel greep, de tanden ervan naar voren gericht. Het lichtje was verdwenen, maar er klonken duidelijk voetstappen op het grind van de oprit. Wie kon dit zijn? Als het goed was, had François het hek achter zich afgesloten. Je kon er overheen klimmen natuurlijk, maar dat moest geen pretje zijn met die scherpe punten in het donker. En waarom had die persoon niet gewoon gebeld? Dan had ze via de intercom kunnen vragen wat er was. En hoezo brandden de buitenlampen eigenlijk niet? Ze stiefelde onzeker het huis weer in op zoek naar het knopje van de buitenlamp. Het eerste wat ze omstootte was het halfvolle glas rosé. Het spatte luidruchtig uiteen op de plavuizen. Van schrik draaide ze zich om. De hark haakte nu aan de lampenkap die met veel kabaal tegen de muur sloeg. Het moest een chaos zijn in de donkere kamer. Veel tijd om daarover na te denken was er niet. Met de hark dwars over versperde ze zichzelf de toegang tot de keuken. De steel had zich tussen het aanrecht en het kookeiland geklemd en gaf niet mee toen ze er in volle vaart tegenaan liep. Paniek, dacht ze, ik ben gewoon in paniek en als er één ding is wat ik niet kan gebruiken als ik in het duister benaderd wordt door een onbekende, dan is het wel paniek. De hark schoot los en Anna schoot mee. Ze lag languit op de grond met haar hoofd tegen de keukenplint. De stem die klonk, overstemde haar gekreun. 
'Gaat het een beetje, Anna?'


Geen opmerkingen: