maandag 4 mei 2015

Drie vier drie

Het havengebied was even desolaat als anders. De meeuwen hadden er vrij spel. Het stadsbestuur had plannen met dit gebied die vanwege de crisis in de koelkast werden bewaard. Als de duisternis inviel veranderde het in een no-go-area. Ook overdag hingen er louche types rond. Er werden deals gesloten waarvan de buitenwereld slechts vermoedens had. 
De man die er nu haastig langs de slooppanden liep, paste niet in die wereld van criminaliteit. De misdadige handelingen die Paul recent had gepleegd hadden niets met de onderwereld te maken. Hij had gehandeld uit zelfverdediging. Wie zou niet zijn gezin verdedigd hebben? Hij hoefde als onschuldig burger toch niet alles te pikken? Hem werd verweten nooit zo assertief te zijn. Nu had hij het tegendeel bewezen. En ieder ander die hem nu nog dwars zat zou een zelfde lot beschoren zijn. 
De BMW lag op de bodem van de plomp. Aan de inhoud was niks verloren. Alain en de ronselaar, wie zou ze missen?
En toch, toen hij dat dacht, liepen de rillingen Paul over de rug. Hij versnelde zijn pas. Als hij doorliep was hij voor het avondeten thuis.

Geen opmerkingen: