vrijdag 22 mei 2015

SIGARETTEN HALEN 362

Niets kan het verkruimelen stoppen. Wie de illusie heeft dat alles blijft bestaan zoals het is, heeft geen besef van tijd, van heden en verleden. Alles valt uiteindelijk uiteen, niks blijft overeind, niets ontkomt aan de ineenstorting. 
Dagobert Bijleveld besefte dat het einde naderde toen hij twee Belgische politieagenten tot poeder zag verpulveren. Hij was wel wat gewend als geroutineerd inspecteur van de Nederlandse politie, maar dit had hij niet eerder meegemaakt. En Belgische agenten waren nog tot daaraantoe. Maar vanuit zijn ooghoek zag hij hoe Elly Sprenkelbach-Meijer verkruimelde, verpulverde en vervolgens oploste en verdween. De deurpost waar ze zich net nog aan vasthield stond er eenzaam en verlaten bij.
Het was lang geleden dat Dagobert had gehuild, echt verdriet had gehad. Maar nu hij zijn werkmaatje, dat hij sinds kort ook zijn levensmaatje durfde noemen, in het niets zag verdwijnen kon hij zijn tranen niet bedwingen. En het was merkwaardig: de hete druppels die in grote hoeveelheden uit zijn ogen stroomden spoelden ook zijn wangen mee en zijn kaken, delen van zijn hals. Hij verdween en hij stond erbij en keek ernaar. Daar gingen zijn handen die hij naar zijn verdwenen ogen bracht om het water te stuiten of in elk geval in te dammen en in goede banen te leiden. Maar wat zijn goede banen? De rivier bepaalt zelf haar loop. En waar anderen in stukjes uiteenvielen en als fijnstof wederkeerden naar de oorsprong, zo werd Dagobert Bijleveld meesleurd door zijn eigen verdriet. Hij verdronk uiteindelijk in zijn eigen tranen. 

Geen opmerkingen: