vrijdag 22 mei 2015

SIGARETTEN HALEN 361


Bij de aanblik van de desolate hotelkamer waar Taco Stutterheim niet werd aangetroffen knikten Elly's knieën. Als de deurpost geen redding had geboden was ze zonder pardon onderuitgegaan. Dagobert had haar best willen opvangen als hij haar gemoedstoestand had kunnen doorgronden. Daartoe was hij nog niet in staat. Misschien, omdat hij Elly toch niet goed genoeg kende. Maar eigenlijk zag hij haar gewoon niet, omdat de twee Belgische politieagenten zijn aandacht afleidden. De ene, die met het pokdalige gezicht, pakte uit zijn borstzakje een potlood en een opschrijfboekje tevoorschijn. De ander, die nu schuin achter zijn collega was gaan staan, geeuwde luidruchtig. 
'Uw naam?' De man bevochtigde de punt van het potlood omstandig met zijn tong. Het kwam op Dagobert over als een obsceen gebaar. Vandaar dat het even duurde voordat hij antwoordde. Beschikten de collega's van Vlaanderen niet eens over een behoorlijke pen? 
'Dagobert Bijleveld,' hoorde hij zichzelf zeggen. Het klonk als een stem uit de verte. Het leek alsof de gang begon te kantelen. De deuren van de verschillende hotelkamers stonden niet meer recht overeind, maar waren 45 graden gedraaid. Hij zag Elly die zich vasthield aan de deurpost, haar benen wijd uit elkaar, alsof ze dronken was.
Toen begon het verkruimelen.

Geen opmerkingen: