zondag 20 juli 2014

Sigaretten halen 56 - intermezzo

Ik wist dat het slecht ging met de boekenbranche, maar ik was nog niemand tegengekomen die erdoor aan de drank was geraakt. Ik zat weer tegenover Harco Harkema, mijn uitgever. Hij had 'm aardig om. Ik rook het, ik zag het, ik hoorde het. Het was elf uur. In de ochtend wel te verstaan. Had ik die reis naar het kantoor van mijn uitgeverij helemaal gemaakt om een gesprek te voeren met een uitgever in kennelijke staat? Ik probeerde oogcontact te maken met de secretaresse die binnenkwam om mijn koffie te brengen. Ze negeerde mij en deed alsof er niets aan de hand was. Ondertussen hing Harkema onderuitgezakt aan zijn bureau en dronk uit een glas met een doorzichtige vloeistof die geen water was.
Ik was een gevierd auteur, verdorie, ik lag in hoge stapels in boekhandels in het hele land. Ik was vertaald, verfilmd, genomineerd. Waar vond je nog schrijvers van mijn kaliber? Dit was toch geen manier van doen. Die Harkema was financieel gezien totaal afhankelijk van mijn schrijfactiviteiten. Hij had me hier met alle egards moeten ontvangen. In plaats daarvan zat ik tegenover een dronkelap. Als hij zou gaan zeiken over mijn nieuwe boek was ik weg.
'Sleil,' lalde Harkema, 'man, je ben 'r. Sgoed zeg.
Ik nam een slok koffie en keek hem strak en streng aan. Voorzover dat ging met dat beweeglijke lijf van 'm.
'Klees je fulliton. Kvolg jop de voet. Stoch best wel eerluk assik aardig ben.' Hij hinnikte kinderlijk en maakte met zijn wijsvingers een kruis. 'Andresom tuurluk. Geen litretuur, uitraard, maar wel leesbaar. Assik vragen mag, Sleil, as juitgever, waars Martha Janzens gbleven?'
Ik gaf hem mijn vuilste blik. Het liefst had ik hem mijn koffie in zijn smoelwerk gesmeten. Maar ik beheerste me. Hij boog naar voren over het bureau. Zijn kegel ging hem vooruit.
'Weet jij wie me favriet is, hè? Elly Berkelbach Sprenkel. Hoe die Bijlveld tussen dlakens krijgt. Slubtiel, Sleil, slubtiel. Sigaretten halen, rrretegoed, man.'



Geen opmerkingen: