donderdag 24 juli 2014

Sigaretten halen 60

Nadat Fred Janssen zijn badkamer zonder enig teken van leven had aangetroffen moest hij zich aan de tegelmuur vasthouden om niet onderuit te gaan. Hij liet zich zakken op de badrand en staarde naar het heldere badwater dat zachtjes dampte. De spiegel was beslagen en het was benauwd. Fred voelde aan de handdoek op de kruk. Kurkdroog. Hij keek naar de kleding aan de haakjes, de rok, het opengesneden bloesje, het degelijke ondergoed.
Fred was bang en wanhopig. Hoe had hij zo naïef kunnen zijn Zus alleen achter te laten na alles wat er vandaag gebeurd was. Zus was kwetsbaar en de omstandigheden waren gevaarlijk. Hij wist wat er kon gebeuren. De bloedhonden van De organisatie kwamen vroeg of laat terug. Het waren amateurs, maar wel vasthoudende amateurs. Wat hadden ze in hemelsnaam met Zus gedaan? Hij keek nogmaals naar de haakjes. Hoe hadden ze haar meegenomen als haar kleren hier hingen? Hij stond op. Hij moest handelen. Ze konden nooit ver zijn.


Geen opmerkingen: