maandag 23 maart 2015

SH 302

Konden Fred en Zus anders dan openmaken? Fred dacht van wel. Hij legde zijn wijsvinger op zijn lippen, terwijl hij zijn oor tegen de deur legde. Zus keek toe, leunde achterover op de twijfelaar, en glimlachte ondanks de ernst van de zaak. 
'Fred, Zus? Ik hoef toch geen sleutel te halen om binnen te komen?' Elly's stem vol ongeduld. Ze moest noodgedwongen wachten, een rol die haar blijkbaar niet lag. Ze klopte alweer. Harder dit keer. 'Kom op, wees verstandig, we weten dat jullie hier zijn.' 
Fred schudde zijn hoofd naar Zus. Hij was vastbesloten niet te openen.
'Goed dan, jullie vragen er zelf om, ik ben zo terug.' Ze hoorden Elly's voetstappen verdwijnen. Ze hadden even respijt. Hoelang zou het duren eer zij de sleutel had gehaald helemaal beneden bij de receptie? En dan, als zij kwam en de deur opende?
'Je bagage,' zei Fred, 'kom snel.' Hij draaide de sleutel om en trok de deur open. Om tot de ontdekking te komen hoe onnozel hij was. Om te begrijpen dat geroutineerde politierechercheurs niet om de tuin te leiden zijn. Elly Sprenkelbach-Meijer stond pontificaal in de deuropening. Vlak achter haar stond Bijleveld. 
'Hallo Fred, hallo Zus.' Elly zei het niet eens sarcastisch. Hoewel dat haar goed recht was geweest. Ze klonk eigenlijk best wel vriendelijk en toen ze de hotelkamer binnenstapte met Bijleveld in haar kielzog voelde dat haast vertrouwd. Zus voelde in elk geval zelfs een soort opluchting en de teleurstelling van Fred vertaalde zich in gelatenheid. Hij was naast Zus op het bed gaan zitten en samen wachtten ze de preek van de politiefunctionarissen af. Als kinderen die iets stouts gedaan hadden.


Geen opmerkingen: